AERIUS Calculator 2019
Releasedatum: 16-09-2019
Index
Verkeer en vervoer
- Berekening depositiebijdrage bronnen sector Luchtverkeer
- Berekening depositiebijdrage bronnen sector Railverkeer
- Berekening depositiebijdrage bronnen sector Verkeer en vervoer
- Berekeningen langs SRM1 wegen
- Emissieberekening wegverkeer - eigen specificatie
- Emissieberekening wegverkeer - euroklassen
- Emissieberekening wegverkeer - standaard
- Wegverkeer - categorieën euroklassen
- Wegverkeer - categorieën standaard
- Wegverkeer - emissiefactoren euroklassen
- Wegverkeer - emissiefactoren standaard
- Wegverkeer - snelheidsprofielen
- Wegverkeer – bepalen depositiesnelheden
Scheepvaart
- Bepalen stroomrichting in relatie tot vaarrichting binnenvaart
- Berekening depositiebijdrage bronnen sector Scheepvaart
- Binnenvaart - bronkenmerken stilliggend
- Binnenvaart - bronkenmerken varend
- Binnenvaart - categorieën
- Binnenvaart - emissiefactoren stilliggend
- Binnenvaart - emissiefactoren varend
- Binnenvaart - ophoogfactor sluizen
- Binnenvaart - vaarwegen
- Emissieberekening binnenvaartschepen
- Emissieberekening zeeschepen
- Zeescheepvaart - bronkenmerken
- Zeescheepvaart - categorieën
- Zeescheepvaart - emissiefactoren
- Zeescheepvaart - manoeuvreereigenschappen
- Zeescheepvaart - ophoogfactor sluizen
Landbouw
- Berekening depositiebijdrage bronnen sector Landbouw
- Emissieberekening stallen
- Stalsystemen - aandeel ammoniakemissies vloer en mestkelder
- Stalsystemen - additionele technieken
- Stalsystemen - diercategorieën
- Stalsystemen - emissiefactoren
- Stalsystemen - gerelateerd traditioneel huisvestingssysteem
- Stalsystemen - huisvestingssystemen
- Stalsystemen - reducerende systemen
- Stalsystemen - reductiepercentages maatregelen
- Stalsystemen - stalbeschrijvingen
- Stalsystemen - voer- en managementmaatregelen
Calculator in het kort
AERIUS Calculator berekent de depositiebijdrage van emissiebronnen die een gebruiker handmatig invoert of als bestand importeert. Het resultaat van de berekening geeft inzicht in de depositiebijdrage van de ingevoerde bronnen op vaste rekenpunten binnen Natura 2000 gebieden of op rekenpunten die de gebruiker zelf heeft gedefinieerd.
De factsheets geven een technisch inhoudelijke onderbouwing van de wijze waarop Calculator de depositiebijdrage berekent. Er zijn twee typen factsheets:
- Methodiek factsheets met een beschrijving van de berekeningen en bewerkingen die AERIUS uitvoert op basis van de ingevoerde bronkenmerken.
- Data factsheets met een beschrijving van de oorsprong en de karakteristieken van de gegevens in de AERIUS database die bij de berekeningen worden gebruikt.
De methodiek factsheets sluiten aan op de broncategorieën (sectoren) die Calculator onderscheidt. Voor elke broncategorie is een algemene factsheet opgesteld met een beschrijving van de wijze waarop Calculator voor deze categorie de depositiebijdrage berekent. In deze algemene factsheet zijn verwijzingen opgenomen naar achterliggende methodiek factsheets en data factsheets.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Toepassingsbereik Calculator
In het kort
Het toepassingsbereik van AERIUS Calculator is tijdelijk aangepast. De aanpassing betreft bronnen waarbij sprake is van pluimstijging door impuls en/of gebouwinvloed.
Pluimstijging door impuls
In AERIUS Calculator 2019 wordt rekening gehouden met de stijging van de emissiepluim als gevolg van de warmte-inhoud (thermische pluimstijging). Er wordt nu nog geen rekening gehouden met de stijging van de emissies als gevolg van de uitreedsnelheid (pluimstijging door impuls ). De hoogte van de pluim is van invloed op de berekende deposities. In de volgende versie van AERIUS Calculator; versie 2019.1 kan de pluimstijging door impuls wel in rekening worden gebracht.
Gebouwinvloed
Wanneer een emissiebron zich op of nabij een gebouw bevindt, kan het gebouw invloed hebben op de verspreiding van de emissies en de berekende deposities. In AERIUS Calculator 2019 is geen rekening gehouden met dit effect. Over de invloed van een gebouw op de deposities is nog weinig bekend. Het RIVM is voornemens dit nader te onderzoeken.
Tijdelijk toepassingsbereik
Door het ontbreken van pluimstijging door impuls en gebouwinvloed kan gebruik van AERIUS Calculator 2019 in bepaalde situaties leiden tot een over- of onderschatting van de deposities.Zolang de benodigde aanpassingen in AERIUS Calculator om pluim stijging door impuls en gebouwinvloed in rekening te brengen niet zijn doorgevoerd, wordt er voor gekozen om de volgende emissiebronnen vooralsnog buiten het toepassingsbereik van AERIUS Calculator 2019 te houden (en voor deze emissiebronnen AERIUS Calculator 2019 dus nog niet te gebruiken):
- Emissiebronnen waarbij sprake is van een mechanische ventilatie en een verticale uitstroom van de emissies , en waarbij de warmte-inhoud van de emissie gering is . Bij deze bronnen kan de pluimstijging door impuls (uitreedsnelheid) maatgevend zijn ten opzichte van de thermische pluimstijging.
- Emissiebronnen op of nabij vrijstaande gebouwen waarvan de schoorsteenhoogte minder is dan 2.5 maal de maximale hoogte van het relevante gebouw en waarvoor de depositiebijdrage wordt berekend op een rekenpunt binnen 3 kilometer afstand van de emissiebron .
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Luchtverkeer
In het kort
AERIUS berekent de depositiebijdragen van bronnen binnen de sector Luchtverkeer met het rekenmodel OPS van het RIVM. AERIUS gaat daarbij uit van bronkenmerken die deels door de gebruiker zijn ingevoerd en deels overeenkomen met de bronkenmerken die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage?
Wanneer de bron is ingevoerd als puntbron, dan voert de gebruiker waarden in voor de volgende bronkenmerken:
- de emissies NOX en/of NH3
- de hoogte van de emissies
- de warmte-inhoud.
Wanneer de bron is ingevoerd als vlakbron of lijnbron, kan de gebruiker ook de zogenoemde spreiding in de emissiehoogte invoeren.
Voor de hoogte, spreiding en warmte-inhoud zijn in Calculator standaardwaarden opgenomen. Deze waarden komen overeen met de gemiddelde waarden voor bronnen binnen deze sector die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten (GCN bronkenmerken). De gebruiker kan deze standaardwaarden aanpassen op basis van de bronspecifieke situatie.
Voor de zogenoemde etmaalvariatie is ook een standaardwaarde van het RIVM opgenomen. Deze waarde is niet aanpasbaar door de gebruiker.
De Calculator biedt een mogelijkheid voor berekening van de warmte-inhoud op basis van waarden voor de oppervlak van de bronopening, de uitstroomsnelheid en de temperatuur van de emissie.
Hoe berekent AERIUS de verspreiding en depositie?
Calculator berekent de depositiebijdrage van de ingevoerde bron met het rekenmodel OPS van het RIVM. OPS rekent alleen voor puntbronnen. Dit betekent dat een vlakbron eerst wordt omgezet in puntbronnen.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Railverkeer
In het kort
AERIUS berekent de depositiebijdragen van bronnen binnen de sector Railverkeer met het rekenmodel OPS van het RIVM. AERIUS gaat daarbij uit van bronkenmerken die deels door de gebruiker zijn ingevoerd en deels overeenkomen met de bronkenmerken die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage?
Wanneer de bron is ingevoerd als puntbron, dan voert de gebruiker waarden in voor de volgende bronkenmerken:
- de emissies NOX en/of NH3
- de hoogte van de emissies
- de warmte-inhoud.
Wanneer de bron is ingevoerd als vlakbron of lijnbron, kan de gebruiker ook de zogenoemde spreiding in de emissiehoogte invoeren.
Voor de hoogte, spreiding en warmte-inhoud zijn in Calculator standaardwaarden opgenomen. Deze waarden komen overeen met de gemiddelde waarden voor bronnen binnen deze sector die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten (GCN bronkenmerken). De gebruiker kan deze standaardwaarden aanpassen op basis van de bronspecifieke situatie.
Voor de zogenoemde etmaalvariatie is ook een standaardwaarde van het RIVM opgenomen. Deze waarde is niet aanpasbaar door de gebruiker.
De Calculator biedt een mogelijkheid voor berekening van de warmte-inhoud op basis van waarden voor de oppervlak van de bronopening, de uitstroomsnelheid en de temperatuur van de emissie.
Hoe berekent AERIUS de verspreiding en depositie?
Calculator berekent de depositiebijdrage van de ingevoerde bron met het rekenmodel OPS van het RIVM. Het OPS model rekent niet met lijnbronnen, alleen aan puntbronnen en oppervlaktebronnen. Een in AERIUS ingevoerde lijnbron wordt daarom door AERIUS omgezet in een reeks puntbronnen en dan ingevoerd in OPS. Wanneer een oppervlaktebron in AERIUS wordt ingevoerd, dan wordt deze door AERIUS opgedeeld in kleinere deel-oppervlaktebronnen, welke vervolgens worden doorgegeven aan OPS.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Verkeer en vervoer
In het kort
Calculator berekent de concentratiebijdrage van het wegverkeer met een implementatie van Standaardrekenmethode 2 (SRM2) uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 tot een afstand van 5km van de weg. Een gebruiker voert hiertoe gegevens in over de kenmerken van het verkeer en de weg, zoals de verkeersintensiteiten, de samenstelling van het verkeer, de maximum snelheid en de weglocatie. Bij de berekening van de emissies en concentratiebijdrage maakt SRM2 ook gebruik van generieke gegevens zoals emissiefactoren wegverkeer, meteorologische condities en terreinruwheid.
Calculator berekent de depositiebijdrage door de berekende concentratiebijdragen te corrigeren voor brondepletie en te vermenigvuldigen met de effectieve droge depositiesnelheid. Net als de concentratie wordt de depositiebijdrage berekend tot een afstand van 5km van de weg. De waarden voor de depletie en depositiesnelheid zijn afgeleid met het rekenmodel OPS van het RIVM.
Hoe berekent Calculator de depositiebijdrage van wegverkeer?
Calculator berekent de emissies NOX, NO2 en NH3 van wegverkeer per wegsegment (lijnbron) op basis van gegevens over de kenmerken van het wegverkeer per wegsegment (wegtype, intensiteiten per voertuigcategorie, mate van congestie, maximum snelheid).
De methode van emissieberekening is afhankelijk van de typering van het wagenpark die de gebruiker kiest:
- standaard (emissieberekening wegverkeer - standaard)
- euroklasse (emissieberekening wegverkeer - euroklasse)
- eigen specificatie (emissieberekening wegverkeer - eigen specificatie).
De berekende emissies vormen de invoer voor de berekening van de concentratiebijdrage NO2. Wanneer een wegsegment handmatig wordt ingevoerd in de Calculator, wordt geen rekening gehouden met een eventuele verhoogde of verdiepte wegligging, of met eventuele afschermende constructies.
Indien een gebruiker ervoor kiest om bronkenmerken wegverkeer te importeren als bestand, kunnen eigen waarden worden meegegeven voor de hoogte- of diepteligging van de weg en de kenmerken van afschermende constructies.
Calculator berekent vervolgens de concentratiebijdragen NO2 en NH3 van het wegverkeer op de rekenpunten. Daarbij gaat Calculator uit van een implementatie van Standaardrekenmethode 2 (SRM2) uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Invoer voor de berekeningen met SRM2 zijn enerzijds de kenmerken van de emissiebronnen en anderzijds generieke gegevens over de meteorologische condities, grootschalige concentraties en de terreinruwheid. De gebruikte generieke gegevens zijn gepubliceerd door de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (publicatie). Om de gepubliceerde gegevens geschikt te maken voor invoer in SRM2, vindt een voorbewerking plaats met de methode preSRM.
Bij de berekening van de concentraties is rekening gehouden met de neerslag (depletie) van een deel van de ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOX) in het gebied tussen de bron en het rekenpunt. Dit gebeurt aan de hand van correctiefactoren die met name afhankelijk zijn van:
- de afstand tussen de bron en het rekenpunt
- de ruwheid ter hoogte van het rekenpunt.
Deze correctiefactoren zijn afgeleid van gegevens over de depletie NOX en NH3 die zijn aangeleverd door RIVM en zijn bepaald met OPS.
Om te komen tot waarden voor de stikstofdepositie vermenigvuldigt Calculator de voor depletie gecorrigeerde concentraties NO2 en NH3 met de zogenoemde effectieve depositiesnelheden voor deze stoffen die zijn bepaald met OPS.
Een gedetailleerde modelbeschrijving is te vinden in de notitie SRM2 implementatie in AERIUS Calculator - modelbeschrijving.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekeningen langs SRM1 wegen
In het kort
AERIUS berekent de bijdrage van het wegverkeer op basis van een implementatie van Standaardrekenmethode 2 (SRM2) uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. SRM2 is bedoeld voor het bepalen van de concentratiebijdrage in een open terrein, gewoonlijk buiten de bebouwde kom. Dit betekent dat er in de omgeving van de weg niet of nauwelijks obstakels zijn die van invloed zijn op de verspreiding van de emissies.
Hoe rekent AERIUS in bebouwd gebied ?
Snelwegen door bebouwd gebied vallen meestal binnen het toepassingsbereik van SRM2. Het gros van de wegen binnen bebouwd gebied ligt in de bebouwde kom en valt vanuit het domein luchtkwaliteit binnen het toepassingsbereik Standaardrekenmethode 1 (SRM1). Wanneer in AERIUS gekozen wordt voor een weg binnen de bebouwde kom, wordt de emissie van het verkeer op deze weg berekend op basis van emissiefactoren die zijn vastgesteld voor wegen die binnen de het toepassingsbereik van SRM1 vallen. De verspreiding van deze emissie naar de omgeving wordt wel op basis van een implementatie van SRM2 berekend.
SRM2 meestal een veilige benadering in bebouwd gebied
Voor wegen in de stad ligt het dichtstbijzijnde natuurgebied in het algemeen op grotere afstand. De verspreiding conform SRM1 is niet geschikt voor dergelijke situaties, want deze rekent alleen op korte afstand van de weg. De SRM2-methode houdt geen rekening met het effect van de bebouwing direct langs de weg. Daardoor is SRM2 minder nauwkeurig voor rekenen dichtbij deze weg. Op grotere afstanden neemt kwaliteit van de benadering met SRM2 toe en leidt tot (kleine) overschattingen waardoor de huidige implementatie voor grotere afstanden tot de bron als worst case kan worden beschouwd. Dit vormt voor grotere afstanden tot de betreffende weg een veilige benadering die recht doet aan het domein stikstofdepositie. Alleen in de situaties waar het natuurgebied dichtbij de betreffende bron ligt is SRM-2 geen veilige benadering. Voor dergelijke specifieke situaties moet contact opgenomen worden met het bevoegd gezag.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Emissieberekening wegverkeer - eigen specificatie
In het kort
Een weg wordt in AERIUS als lijnbron ingevoerd. AERIUS berekent per bron de emissies NO2, NOX en NH3 in het gekozen rekenjaar. Bij de emissieberekening gaat AERIUS uit van de wegkenmerken die door de gebruiker zijn ingevoerd. Voor voertuigen in de categorie ‘eigen specificatie’ definieert de gebruiker het aantal voertuigen per bron en de emissiefactoren NO2, NOX en NH3 per voertuigcategorie (gram per voertuigkilometer).
Hoe berekent AERIUS de verkeersemissies voor een ‘eigen specificatie’?
AERIUS berekent de totale emissie NOX, NO2 en NH3 per lijnbron per jaar met onderstaande formule:
\[
E_{b}=\sum_{i=1}N_{v,i}*E_{v,i}*\frac{1}{1000}*\frac{1}{24*60*60}
\]
met
Eb = Emissie per bron (gram/meter/seconde)
Nv,i = Aantal voertuigen per categorie i (weekdaggemiddelde)
Ev,i = Emissiefactor per categorie i (g/km)
De gebruiker geeft zelf een beschrijving van een categorie, en voert per categorie het aantal voertuigen en de emissiefactor in. Per bronnen kunnen meerdere categorieën worden gedefinieerd.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Emissieberekening wegverkeer - euroklassen
In het kort
Voor een weg die als lijnbron is ingevoerd, biedt AERIUS de mogelijkheid om een eigen wagenpark samen te stellen. Daarmee kan AERIUS bijvoorbeeld de effecten van het gebruik van schonere vrachtauto’s berekenen.
De gebruiker geeft per combinatie van voertuigcategorie en normstellingcategorie (Euroklasse) het aantal voertuigen aan. Ook het wegtype is relevant.
Op basis van generieke emissiefactoren voor stikstofoxiden (NOX) en ammoniak (NH3) die corresponderen met de voertuigcategorie, de Euroklasse en het wegtype berekent AERIUS de totale emissies van NOX en NH3.
Hoe berekent AERIUS de verkeersemissies?
De rekenkern van AERIUS kan een lijnbron alleen doorrekenen wanneer deze bron is gedefinieerd als een verzameling puntbronnen. AERIUS zet de lijnbron daarom om naar puntbronnen die elk een deel van de emissie representeren.
AERIUS berekent de totale emissies NOX en NH3 per puntbron per jaar met onderstaande formule:
\[
E_{pb,j}=\sum_{com}N_{com}*E_{com}*L*\frac{365}{1000*1000}
\]
met
Epb,j = Emissie eigen wagenpark per puntbron (kg/jaar)
L = Lengte van het wegsegment waarop de puntbron betrekking heeft (m)
Ncom = Aantal voertuigen per combinatie van voertuigcategorie en euroklasse per etmaal (weekdaggemiddelde)
Ecom = Emissiefactor voor aangegeven wegtype en combinate van voertuicategorie en euroklasse (gram/voertuigkilometer)
De gebruiker voert de volgende wegkenmerken in:
- het aantal voertuigen per etmaal per combnatie van voertuigcateorie en euroklasse
- het wegtype (weg binnen bebouwde kom, buitenweg of snelweg)
De AERIUS database bevat gegevens over de emissiefactoren NOX en NH3 per wegtype, voertuigcategorie en euroklasse.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Emissieberekening wegverkeer - standaard
In het kort
Een weg wordt in AERIUS als lijnbron ingevoerd. AERIUS zet deze lijnbron om naar puntbronnen en berekent per puntbron de totale verkeersemissies van stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) in het gekozen rekenjaar. Bij deze berekening gaat AERIUS uit van de wegkenmerken die door de gebruiker zijn ingevoerd, zoals de intensiteiten en de snelheidstypering, en gegevens in de AERIUS database, zoals emissiefactoren.
Hoe berekent AERIUS de verkeersemissies?
AERIUS berekent de totale emissie per puntbron per jaar met onderstaande formule:
\[
E_{pb,j}=\left(\begin{array}{l}\left(\left(1-F_{l,s}\right)*E_{l,d}+F_{l,s}*E_{l,s}\right)*N_l
\\
+\left(\left(1-F_{m,s}\right)*E_{m,d}+F_{m,s}*E_{m,s}\right)*N_m
\\
+\left(\left(1-F_{z,s}\right)*E_{z,d}+F_{z,s}*E_{z,s}\right)*N_z
\\
+\left(\left(1-F_{b,s}\right)*E_{b,d}+F_{b,s}*E_{b,s}\right)*N_b\end{array}\right)*\frac{365*L}{1000*1000}
\]
Epb,j = Emissie per puntbron (kg/jaar)
L = Lengte van het wegsegment waarop de puntbron betrekking heeft (meters)
Nl = Aantal personenvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde)
Nm = Aantal middelzware vrachtvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde)
Nz = Aantal zware vrachtvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde)
Nb = Aantal autobussen per etmaal (weekdaggemiddelde)
El,d = Emissiefactor voor licht verkeer, doorstromend (g/km)
Em,d = Emissiefactor voor middelzware vrachtvoertuigen, doorstromend (g/km)
Ez,d = Emissiefactor voor zware vrachtvoertuigen, doorstromend (g/km)
Eb,d = Emissiefactor voor bussen, doorstromend (g/km)
El,s = Emissiefactor voor licht verkeer, stagnerend (g/km)
Em,s = Emissiefactor voor middelzware vrachtvoertuigen, stagnerend (g/km)
Ez,s = Emissiefactor voor zware vrachtvoertuigen, stagnerend (g/km)
Eb,s = Emissiefactor voor bussen, stagnerend (g/km)
Fl,s = Fractie stagnerend personenverkeer [-]
Fm,s = Fractie stagnerend middelzwaar vrachtverkeer [-]
Fz,s = Fractie stagnerend zwaar vrachtverkeer [-]
Fb,s = Fractie stagnerend bussen [-]
De gebruiker voert in Calculator de volgende wegkenmerken in:
- het wegtype (snelweg, buitenweg of we binnen de bebouwde kom)
- de snelheidstypering (bijvoorbeeld de geldende snelheidslimiet)
- het aantal voertuigen per etmaal per standaard voertuigcategorie (licht verkeer, middelzwaar vrachtverkeer, zwaar vrachtverkeer en bussen)
- de mate van congestie (percentage voertuigen in de file)
In de AERIUS database zijn per voertuigcategorie gegevens opgenomen over de emissiefactoren voor stikstofoxiden (NOX) en ammoniak (NH3) per wegtype, snelheidstypering, mate van congestie en rekenjaar.
De emissieberekening is in lijn met de methode voor emissieberekening in standaardrekenmethode 2, zoals beschreven in bijlage 2 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Wegverkeer - categorieën euroklassen
Kenmerken
- Thema
- Verkeer en vervoer
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- RIVM
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 27-01-2015
Beschrijving gegevensset
AERIUS berekent de totale verkeersemissies van stikstofoxiden (NOX), stikstofdioxide (NO2) en ammoniak (NH3) standaard op basis van emissiefactoren die representatief zijn voor de gemiddelde emissies van het wagenpark op Nederlandse wegen. Indien gewenst kan ook gekozen worden voor de specifiekere Euroklassen. De categorieën voor deze emissiefactoren zijn in deze gegevensset opgenomen.
Verantwoording gegevensset
De gegevenset is gebasseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Emissieregistratie-tabellen-verkeer-2016.xlsx | RIVM | 2016 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe tabel wordt door de bronhouder gepubliceerd.
- HarmonisatieDe tabel wordt omgezet naar een machine-leesbaar-formaat.
- ValidatieDe omgezette tabel wordt gevalideerd door een inhoudsdeskundige.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
mobile_source_on_road_categories
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
mobile_source_on_road_category_id | int2.PRIKEY | nvt | Unieke identificatie van de categorie |
code | text.PRIKEY | nvt | Unieke code van de categorie |
name | text.PRIKEY | nvt | Naam van de categorie |
description | text | nvt | Omschrijving van de categorie |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Wegverkeer - categorieën standaard
Kenmerken
- Thema
- Verkeer en vervoer
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- RIVM
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- jaarlijks
- Laatste update
- 2016
Beschrijving gegevensset
AERIUS berekent de totale verkeersemissies van stikstofoxiden (NOX), stikstofdioxide (NO2) en ammoniak (NH3) standaard op basis van emissiefactoren die representatief zijn voor de gemiddelde emissies van het wagenpark op Nederlandse wegen. Deze emissiefactoren zijn afhankelijk van een aantal categorieën die gebaseerd zijn op het type weg en voertuig. Deze categorieën zijn in deze gegevensset opgenomen.
Verantwoording gegevensset
Deze categorieën zijn overgenomen uit de bestanden met emissiefactoren wegverkeer die zijn gepubliceerd door de staatssecretaris van IenM. De publicatie van deze emissiefactoren door IenM volgt uit de bepalingen in artikel 66 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Emissiefactoren voor snelwegen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 15 maart 2016 |
Emissiefactoren voor niet-snelwegen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 15 maart 2016 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
road_categories
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
road_category_id | int4.PRIKEY | nvt | Unieke identificatie van de categorie |
gcn_sector_id | int4 | nvt | Unieke identificatie van de GCN-sector |
road_type | char(4).PRIKEY | nvt | Wegtype |
vehicle_type | char(4) | nvt | Voertuigtype |
name | text.PRIKEY | nvt | Categorie (combinatie wegtypen en voertuigtype) |
description | text | nvt | Omschrijving van de categorie |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Wegverkeer - emissiefactoren euroklassen
Kenmerken
- Thema
- Verkeer en vervoer
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- RIVM
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 02-05-2019
Beschrijving gegevensset
AERIUS berekent de totale verkeersemissies van stikstofoxiden (NOX), stikstofdioxide (NO2) en ammoniak (NH3) standaard op basis van emissiefactoren die representatief zijn voor de gemiddelde emissies van het wagenpark op Nederlandse wegen. Indien gewenst, kan ook gekozen worden voor de specifiekere Euroklassen. De categorieën voor deze emissiefactoren zijn in deze gegevensset opgenomen.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is gebaseerd op de volgende bronnen : 1) Emissieregistratie tabellen met de emissiefactoren voor NOx en NH3 (status : voorlopig) en 2) een tabel, afkomstig van TNO met daarin de fractie direct geëmitteerde NO2.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
klein_et_al._2019_methods_for_calculating_the_emissions_of_transport_in_nl_tables_v1(voorlopig).xlsx | RIVM | 18 april 2019 |
29042019_resulttables_dno2.xlsx | TNO | 24 april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe tabel wordt door de bronhouder gepubliceerd.
- HarmonisatieDe tabel wordt omgezet naar een machine-leesbaar-formaat.
- ValidatieDe omgezette tabel wordt gevalideerd door een inhoudsdeskundige.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt getransformeerd naar een database tabel. De NO2 emissiefactor volgt uit een vermenigvuldiging van de NOx emissiefactor en de fractie directe NO2.
Velden databasetabel
mobile_source_on_road_category_emission_factors
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
mobile_source_on_road_category_id | int2.PRIKEY | nvt | |
road_type | char(4) | nvt | |
substance_id | int2 | nvt | |
emission_factor | float4 |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Wegverkeer - emissiefactoren standaard
Kenmerken
- Thema
- Verkeer en vervoer
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- jaarlijks
- Laatste update
- 19-03-2019
Beschrijving gegevensset
AERIUS berekent de totale verkeersemissies van stikstofoxiden (NOX), stikstofdioxide (NO2) en ammoniak (NH3) op basis van emissiefactoren die representatief zijn voor de gemiddelde emissies van het wagenpark op Nederlandse wegen. Hierbij wordt rekening gehouden met het wegtype, de voertuigcategorie, snelheidstypering, mate van doorstroming en het zichtjaar.
Verantwoording gegevensset
De emissiefactoren NOx en NO2 zijn overgenomen uit de bestanden met emissiefactoren wegverkeer die gepubliceerd door de staatssecretaris van IenM. De publicatie van deze emissiefactoren door IenM volgt uit de bepalingen in artikel 66 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. De emissiefactoren NH3 voor verkeer zijn overgenomen uit een publicatie van het RIVM. Zowel de NOx/NO2 emissiefactoren als de NH3 emissiefactoren zijn in lijn met de emissiefactoren waarvan is uitgegaan in de GCN/GDN.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Emissiefactoren voor snelwegen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 15 maart 2019 |
Emissiefactoren voor niet-snelwegen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 15 maart 2019 |
NH3 emissiefactoren | RIVM | 19 maart 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouders gepubliceerd.
- HarmonisatieDe gepubliceerde data is omgezet naar een machine-leesbaar-formaat.
- ValidatieDe gepubliceerde en omgezette data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Alleen voor de emissiefactoren voor lichtverkeer wordt een bewerking (aggregatie) toegepast om te komen tot een gemiddeld gewogen emissiefactor per wegtype.
Velden databasetabel
road_category_emission_factors
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
road_category_id | int4.PRIKEY | nvt | Unieke identificatie van de weg-voertuig-categorie |
road_speed_profile_id | int4 | nvt | Unieke identificatie van het snelheidsprofiel |
substance_id | int2 | nvt | Unieke identificatie van de stof |
year | int2 | jaar | Jaar waarop de emissiefactor betrekking heeft |
emission_factor | float8 | g/km | Emissiefactor |
stagnated_emission_factor | float8 | g/km | Emissiefactor voor stagnerend verkeer |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Wegverkeer - snelheidsprofielen
Kenmerken
- Thema
- Verkeer en vervoer
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- jaarlijks
- Laatste update
- 2017
Beschrijving gegevensset
AERIUS berekent de totale verkeersemissies van stikstofoxiden (NOX), stikstofdioxide (NO2) en ammoniak (NH3) op basis van emissiefactoren die representatief zijn voor de gemiddelde emissies van het wagenpark op Nederlandse wegen. Deze emissiefactoren zijn tevens afhankelijk van de snelheidstypering van de weg. Een snelheidstypering typeert hoe hard er mag worden gereden, of er wel/niet strikt gehandhaafd (snelwegen) wordt en de mate van doorstroming (binnen bebouwde kom).
Verantwoording gegevensset
De snelheidsprofielen zijn overgenomen uit de bestanden met emissiefactoren wegverkeer die op 16 maart 2015 zijn gepubliceerd door de staatssecretaris van IenM. De publicatie van deze emissiefactoren door IenM volgt uit de bepalingen in artikel 66 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Emissiefactoren voor snelwegen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 15 maart 2017 |
Emissiefactoren voor niet-snelwegen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 15 maart 2017 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouders gepubliceerd.
- HarmonisatieDe gepubliceerde data wordt omgezet naar een machine-leesbaar-formaat.
- ValidatieDe gepubliceerde en omgezette data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
road_speed_profiles
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
road_speed_profile_id | int4.PRIKEY | Unieke identificatie van het profiel | |
road_type | char(4) | Wegtype | |
speed_limit_enforcement | char(4) | ja/nee | |
maximum_speed | int4 | km/u | |
name | text | omschrijving van het snelheidsprofiel |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Wegverkeer – bepalen depositiesnelheden
In het kort
AERIUS berekent de concentratiebijdrage NO2 en NH3 van verkeersbronnen met een implementatie van Standaardrekenmethode 2 (SRM2) uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Om te komen tot een waarde voor de depositiebijdrage wordt de berekende concentratiebijdrage vermenigvuldigd met de ‘depositiesnelheid’.
De depositiesnelheid is een maat voor de snelheid waarmee gassen of deeltjes via afzetting of adsorptie aan het oppervlak uit de atmosfeer worden verwijderd.
AERIUS gaat uit van depositiesnelheden voor NOX en NH3 die per hexagoon van één hectare zijn bepaald op basis van berekeningen met het OPS model van het RIVM.
Hoe worden de depositiesnelheden per hexagoon bepaald?
Per rekenpunt in het midden van een hexagoon is met het rekenmodel OPS een waarde berekend voor de depositiesnelheid NOX en NH3:
1. Er is uitgegaan van de zoomlevel 2 hexagonen (zie onderstaande figuur). Het oppervlak van een zoomlevel 2 hexagoon heeft een oppervlak van ongeveer 4 hectare. Dat sluit het meeste aan bij een gridgrootte van 250x250 meter, die beschouwd wordt als de minimale rekenresolutie behorende bij de depositiesnelheid (RIVM notitie).
2. De concentraties en deposities op het rekenpunt in het midden van de hexagoon zijn berekend op basis van de gemiddelde verkeersemissies NOX en NH3 op het hoofdwegennet per grid van 1x1 km, zoals gebruikt in het basisjaar van de GCN2014.
3. Deze verkeersemissies zijn toebedeeld aan drie cirkels rondom het rekenpunt, op 1, 2 en 3 km van het receptorpunt. De keuze om emissies tot een afstand van 3 km aan te houden is ingegeven door de methode voor dubbeltellingcorrectie HWN waarbij de correctie in een km vak is bepaald op basis van de emissiebijdragen in de omringende km vakken tot 3 km. Per cirkel zijn de emissies van die cirkel vervolgens verdeeld over 36 punten op die cirkel (hoek tussen 2 punten: 10°). Zie onderstaande figuur.
4. De depositiesnelheid (Vd) is berekend door de berekende concentratie op de receptor te delen door de berekende droge depositie. Deze waarde geldt dus voor de receptoren op zoomlevel 2. Hierbij is de volgende formule gebruikt:
met:
Vd = effectieve depositiesnelheid (m/s)
Φ = flux (=effectieve depositiesnelheid, berekend met OPS)
m = molmassa NH3 = 17 (g/mol) en NO2 = 46 (g/mol)
t = omrekenfactor voor de tijd (s)
A = omrekenfactor voor oppervlak (m2)
C = concentratie (µg/m3)
5. De rekenpunten op zoomlevel 2 vallen samen met een deel van de rekenpunten op zoomlevel 1. De waarden voor de depositiesnelheid voor de overige hexagonen op zoomlevel 1 zijn bepaald door middel van interpolatie.
Resultaat is een tabel met depositiesnelheden NOX en NH3 per hexagoon van 1 hectare.
Hoe vindt schaling plaats van de depositiesnelheden?
Er is een relatie tussen de afstand van de weg en de depositiesnelheid. Er is daarom voor gekozen om de depositiesnelheid voor een hexagoon te schalen wanneer de hexagoon zich op korte afstand (<1000m) van de bron bevindt.
Deze schaling vindt plaats aan de hand van onderstaande functies, en zijn van toepassing op situaties met afstanden tussen het wegsegment en het middelpunt van de hexagoon tot en met 1000 meter. De ondergrens is 25 meter: bij afstanden korter dan 25 meter gaat onderstaande functie uit van 25 meter. Bij afstanden groter dan 1000 meter vindt geen schaling plaats en gaat AERIUS uit van de depositiesnelheid van de desbetreffende hexagoon.
Vd,NH3 =Vd,NH3 | 0 * (-0.113*ln(X) + 1.759)
Vd,NOx =Vd,NOx | 0 * (-0.185*ln(X) + 2.285)
met:
Vd,stof = effectieve depositie snelheid (m/s)
Vd,stof | 0 = effectieve depositie snelheid (m/s) op 0 meter afstand tot de bron
X = afstand van de hexagoon tot het wegsegment (m)
De bovenstaande functies zijn afgeleid van gemiddelde waarden van de depositiesnelheden voor een selectie van bijna 1000 hexagonen. Bij de selectie van de hexagonen is ervoor gezorgd dat de verschillende windsectoren en klassen van landgebruik evenredig vertegenwoordigd zijn. Onderstaande figuren geven inzicht in de gemiddelde waarden voor de effectieve depositiesnelheden voor NOX en NH3, en de schaalfactoren die hieruit volgen.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Bepalen stroomrichting in relatie tot vaarrichting binnenvaart
In het kort
De emissiefactoren en bronkenmerken van varende binnenvaartschepen zijn mede afhankelijk van de vaarrichting in relatie tot de stroomrichting. De gebruiker definieert hiertoe per vaarrichting de brongegevens (type schepen, aantal schepen, ladingstoestand). AERIUS geeft de gebruiker een suggestie voor het type vaarwater en de stroomrichting (stroomopwaarts of stroomafwaarts). Bij de suggestie voor de stroomrichting wordt uitgegaan van generieke gegevens die zijn opgenomen in de AERIUS database. De gebruiker dient zelf tecontroleren of deze suggestie juist is of door de gebruiker moet worden aangepast.
Hoe bepaalt AERIUS de stroomrichting in relatie tot de vaarrichting?
Bij het bepalen van de vaarrichting in relatie tot de stroomrichting doorloopt AERIUS de volgende stappen:
Stap 1: Definiëren beginpunt vaarwegen
AERIUS gaat uit van de vaarwegen in het NWB vaarwegen. Voor een aantal vaarwegen geldt dat de emissies van schepen mede afhankelijk zijn van de vaarrichting in relatie tot de stroomrichting. De locatie en de stroomrichting van deze vaarwegen is bekend. Het meest stroomop gelegen punt van de vaarweg wordt beschouwd als het ‘beginpunt’ van de vaarweg.
Stap 2: Bepalen afstand tussen begin- en eindpunt vaarroute en beginpunt vaarweg
De gebruiker voert een vaarroute in en geeft per vaarrichting de brongegevens aan. De vaarroute wordt vervolgens gekoppeld aan de dichtstbijzijnde NWB vaarwegen.
Wanneer (een deel van) de route wordt gekoppeld aan een NWB vaarweg waarvoor geldt dat de emissies afhankelijk zijn van de vaarrichting in relatie tot de stroomrichting, wordt de (loodrechte) afstand bepaald tussen:
- het beginpunt van de ingevoerd vaarroute en het beginpunt van de vaarweg (d1)
- het eindpunt van de ingevoerde vaarroute en het beginpunt van de vaarweg (d2).
Stap 3: Bepalen stroomrichting per vaarrichting
De afstand tussen het beginpunt van de vaarroute en het beginpunt van de vaarweg (d1) wordt vergeleken met de afstand tussen het eindpunt van de vaarroute en het beginpunt van de vaarweg (d2). Indien d1<d2, dan gaat de vaarrichting met de stroom mee. Indien d1>d2, dan gaat de vaarrichting tegen de stroom in.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Scheepvaart
In het kort
Binnen de sector Scheepvaart maakt AERIUS onderscheid tussen zeeschepen en binnenvaartschepen. AERIUS berekent de depositiebijdragen van deze bronnen met het rekenmodel OPS van het RIVM. AERIUS gaat daarbij uit van bronkenmerken die deels door de gebruiker zijn ingevoerd en deels als defaultwaarden in AERIUS zijn opgenomen.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage van zeeschepen?
AERIUS maakt bij zeeschepen onderscheid tussen de volgende emissiebronnen:
- stilliggende zeeschepen (aanlegplaats)
- varende zeeschepen (binnengaats)
- varende zeeschepen (op zee).
Stilliggende zeeschepen
Voor stilliggende zeeschepen wordt de emissiebron gedefinieerd als punt, lijn of vlakbron, ter hoogte van de aanlegplaats. Calculator berekent de emissies NOX van stilliggende zeeschepen op basis van gegevens die door de gebruiker worden ingevoerd: type schip, aantal bezoeken en gemiddelde verblijftijd per bezoek (emissieberekening zeeschepen). Voor de overige relevante bronkenmerken (hoogte, spreiding, warmte-inhoud en etmaalvariatie) gaat Calculator uit van defaultwaarden. De gebruiker kan deze waarden niet aanpassen.
Varende zeeschepen
Voor varende zeeschepen wordt de emissiebron gedefinieerd als lijnbron. Calculator berekent de emissies NOX van varende zeeschepen op basis van gegevens die door de gebruiker worden ingevoerd: type schip en aantal vaarbewegingen (emissieberekening zeeschepen). Voor de overige relevante bronkenmerken (hoogte, spreiding, warmte-inhoud en etmaalvariatie) gaat Calculator uit van defaultwaarden. De gebruiker kan deze waarden niet aanpassen.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage van binnenvaartschepen?
AERIUS maakt bij binnenvaart onderscheid tussen de volgende emissiebronnen:
- stilliggende binnenvaartschepen (aanlegplaats)
- varende binnenvaartschepen.
Stilliggende binnenvaartschepen
Voor stilliggende binnenvaartschepen wordt de emissiebron gedefinieerd als punt, lijn of vlakbron ter hoogte van de aanlegplaats. Calculator berekent de emissies NOX van stilliggende schepen op basis van gegevens die door de gebruiker worden ingevoerd: type schip, type vaarweg, stroomrichting, aantal vaarbewegingen van en naar de aanlegplaats, ladingstoestand van aankomende en vertrekkende schepen, en gemiddelde verblijftijd per bezoek (emissieberekening binnenvaartschepen). Voor de overige relevante bronkenmerken (hoogte, spreiding, warmte-inhoud en etmaalvariatie) gaat Calculator uit van defaultwaarden. De gebruiker kan deze waarden niet aanpassen.
Varende binnenvaartschepen
Voor varende binnenvaartschepen wordt de emissiebron gedefinieerd als lijnbron. Calculator berekent de emissies NOX van varende binnenvaartschepen op basis van gegevens die door de gebruiker worden ingevoerd: type schip, type vaarweg, stroomrichting, ladingstoestand en aantal vaarbewegingen (emissieberekening binnenvaartschepen). Voor de overige relevante bronkenmerken (hoogte, spreiding, warmte-inhoud en etmaalvariatie) gaat Calculator uit van defaultwaarden. De gebruiker kan deze waarden niet aanpassen.
Hoe berekent AERIUS de verspreiding en depositie van scheepvaartbronnen?
Calculator berekent de depositiebijdrage van de ingevoerde bron met het rekenmodel OPS van het RIVM. OPS rekent alleen voor puntbronnen. Dit betekent dat een vlakbron of een lijnbron eerst wordt omgezet in puntbronnen.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Binnenvaart - bronkenmerken stilliggend
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 02-12-2021
Beschrijving gegevensset
De bronkenmerken van binnenvaart schepen bestaan uit warmte-inhoud, uitstoothoogte en verticale spreiding
Deze gegevensset is vastgesteld door TNO en bevat de bronkenmerken van stilliggende binnenvaartschepen. De bronkenmerken hebben betrekking op de generatoren die worden gebruikt voor de elektriciteitsopwekking aan boord tijdens het stilliggen. Deze bronkenmerken zijn afhankelijk van het type binnenvaartschip en de landingstoestand (leeg, geladen).
De uitstoothoogte en verticale spreiding zijn voor alle zichtjaren gelijk. Voor de warmte-inhoud wordt een over de jaren 2018 t/m 2030 gemiddelde waarde toegepast.
Verantwoording gegevensset
De waarden voor de warmte-inhoud voor stilliggende binnenvaartschepen zijn ingeschat door TNO en ontleend aan onderstaande bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Emissiefactoren binnenvaart | TNO | |
Notitie emissiefactoren binnenvaart | TNO | |
Onderbouwing AERIUS emissiefactoren voor wegverkeer, mobiele werktuigen, binnenvaart en zeevaart |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouders gepubliceerd.
- HarmonisatieDe data is direct bruikbaar voor transformatie.
- ValidatieDe gepubliceerde data word door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Hierbij wordt alleen gefilterd op scheepstypen die van toepassing zijn. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. De verschillende bronnen worden automatisch gekoppeld waarbij wordt gerapporteerd of alle scheepstypen van bronkenmerken zijn voorzien.
Velden databasetabel
shipping_inland_category_source_characteristics_docked
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_inland_category_id | int2.PRIKEY | n.v.t. | Unieke identificatie van de categorie |
gcn_sector_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van de GCN-sector |
laden_state | char(4) | n.v.t. | Type met waarde van de beladingstoestand |
height | float4 | meter | Uitstoothoogte |
heat_content | float4 | MW | Warmteoutput |
spread | float4 | meter | Spreiding |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Binnenvaart - bronkenmerken varend
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- AERIUS, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 09-04-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset met bronkenmerken van varende binnenvaartschepen omvat gegevens over:
- de warmteinhoud van de emissies (MW)
- de (gemiddelde) uitstoothoogte (m) ten opzichte van de waterlijn, en
- de spreiding in de uitstoothoogte (m).
De bronkenmerken zijn afhankelijk van het type binnenvaartschip, het vaarwegtype, de landingstoestand (leeg, geladen) en de vaarrichting in relatie tot de stroomrichting.
Verantwoording gegevensset
De waarden voor de warmte-inhoud zijn overgenomen uit het rekenmodel PRELUDE versie 1.1. Deze versie is eind 2013 opgesteld door TNO in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. PRELUDE versie 1.1 is een actualisatie van PRELUDE versie 1.0 - TNO.2011). Prelude versie 1.1 is gepubliceerd via de website van InfoMil. De waarden voor de uitstoothoogte zijn opgesteld door TNO, in opdracht van AERIUS. De waarden voor de spreiding zijn gerelateerd aan de uitstoothoogte. RIVM hanteert hierbij voor de binnenvaart (in het kader van het GCN/GDN proces) de volgende vuistregel: de spreiding is 0,5*uitstoothoogte. In overleg met RIVM is ervoor gekozen deze vuistregel ook toe te passen bij het bepalen van de spreiding op basis van de uitstoothoogtes per categorie binnenvaartschepen.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
prelude_binnenvaart_-_rekenapplicatie_versie_1_2_1a_juli 2018 | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 30 juli 2018 |
20140116_Binnenvaart_emissie_karakteristieken.xlsx | AERIUS | 03 juni 2014 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd.
- HarmonisatieDe data is direct bruikbaar en hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Hierbij wordt alleen gefilterd op scheepstypen die van toepassing zijn. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. De verschillende bronnen worden automatisch gekoppeld waarbij wordt gerapporteerd of alle scheepstypen van bronkenmerken zijn voorzien.
Velden databasetabel
shipping_inland_category_source_characteristics
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_inland_category_id | int2.PRIKEY | Unieke identificatie van de categorie | |
waterway_type | char(4) | n.v.t | Type met waarde vaarwegtype |
gcn_sector_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van de GCN-sector |
ship_direction | char(4) | n.v.t | Type met waarde van de vaarrichting |
laden_state | char(4) | n.v.t. | Type met waarde van de beladingstoestand |
height | float4 | meter | Uitstoothoogte |
heat_content | float4 | MW | Warmteoutput |
spread | float4 | meter | Spreiding |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Binnenvaart - categorieën
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- AERIUS, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 27-03-2014
Beschrijving gegevensset
AERIUS maakt onderscheid tussen verschillende type binnenvaartschepen. De categorieën zijn overgenomen uit de rekenapplicatie Prelude die gepubliceerd is op de website van InfoMil.
Prelude maakt onderscheid tussen twee indelingen: CBS en Rijkswaterstaat. In AERIUS zijn alleen de scheepstypen volgens de Rijkswaterstaat indeling overgenomen. Reden daarvoor is dat indeling van Rijkswaterstaat, in tegenstelling tot de CBS indeling, rekening houdt met de vorm van het schip (bijvoorbeeld duwbakkencombinaties), en daarmee een nauwkeuriger rekenresultaat zal opleveren.
Verantwoording gegevensset
De categorieën voor binnenvaartschepen betreffen een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Prelude versie 1.11 | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 2016 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouders gepubliceerd.
- HarmonisatieDe data is direct bruikbaar en hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Hierbij wordt alleen gefilterd op scheepstypen die van toepassing zijn. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
shipping_inland_categories
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_inland_category_id | int2.PRIKEY | n.v.t. | Unieke code van de categorie |
code | text.PRIKEY | n.v.t | Code van het scheepstype |
name | text.PRIKEY | n.v.t. | Scheepstype |
description | text | n.v.t. | Omschrijving van het scheepstype |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Binnenvaart - emissiefactoren stilliggend
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- meervoudige gelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 19-04-2019
Beschrijving gegevensset
De emissies van binnenvaartschepen tijdens het stilliggen komen voornamelijk voort uit het gebruik van generatoren voor de elektriciteitsopwekking aan boord. Op basis van inschattingen van het brandstofverbruik en de emissiefactoren van generatoren, zijn de emissiefactoren NOX bepaald voor verschillende categorieën binnenvaartschepen. De emissiefactoren zijn uitgedrukt in grammen per uur (verblijftijd) en gelden voor het referentiejaar 2010.
Verantwoording gegevensset
De emissiefactoren van generatoren op binnenvaartschepen betreffen een gegevensset die is gebaseerd op onderzoek dat TNO in 2011 heeft uitgevoerd in opdracht van IenM/Rijkswaterstaat. De gepubliceerde trendfactoren zijn beschikbaar voor de volgende categorieën binnenvaartschepen: M0 tot en met M8, en zijn van toepassing op het referentiejaar 2010. In overleg met TNO heeft AERIUS de emissiefactoren voor de scheepstypen M8 en M9 zijn ook van toepassing verklaard op de scheepstypen: M10, M11, M12, BII-1, BII-2b, BII-2l, BII-4, BII-6l en BII-6l.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Modules voor sluis- en ligemissies voor BIVAS. 2011 | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 24 november 2011 |
kentallen binnenvaartschepen stilliggen | AERIUS | 31 januari 2014 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouders gepubliceerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data word door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Hierbij is alleen gefilterd op scheepstypen die van toepassing zijn en zijn er geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
Shipping_inland_category_emission_factors_docked
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_inland_category_id | int2,PRIKEY | Unieke identificatie van de categorie | |
laden_state | char(4) | n.v.t. | Type met waarde van de beladingstoestand |
substance_id | int2 | n.v.t. | ID van de stof |
emission_factor | float4 | g/uur | Emissiefactor |
year | year_type | jaar | jaar |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Binnenvaart - emissiefactoren varend
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 09-04-2019
Beschrijving gegevensset
De emissiefactoren van binnenvaartschepen tijdens het varen geven waarden voor de gemiddelde uitstoot van NOX per afgelegde kilometer. De emissiefactoren zijn uitgedrukt in grammen per kilometer en gelden voor het referentiejaar 2010. De emissiefactoren zijn afhankelijk van:
- het type binnenvaartschip
- de vaarmodus (stilliggen, varen)
- het vaarwegtype
- de landingstoestand (leeg, geladen), en
- de vaarrichting in relatie tot de stroomrichting.
Verantwoording gegevensset
De emissiefactoren van binnenvaartschepen tijdens het varen zijn overgenomen uit het rekenmodel PRELUDE versie 1.11. Deze versie is opgesteld door TNO in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en gepubliceerd via de website van InfoMil.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Infomil | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 01 augustus 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd.
- HarmonisatieDe gepubliceerde data is direct bruikbaar en hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data word door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeert naar de database. Hierbij is alleen gefilterd op scheepstypen die van toepassing zijn en zijn er geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
De bronnen worden naar de tabel shipping_inland_category_emission_factors getransformeerd. De volgende velden zijn in deze tabel opgenomen:
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_inland_category_id | int2.PRIKEY | n.v.t. | Unieke identificatie van de category |
waterway_type | char(4) | n.v.t. | Vaarwegtype |
substance_id | int2 | n.v.t. | Unieke identificatie van de stof |
ship_direction | char(4) | n.v.t. | Vaarrichting |
laden_state | char(4) | n.v.t. | Beladingstoestand |
emission_factor | float4 | g/km | Emissiefactor |
year | year_type | jaar | Jaar |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Binnenvaart - ophoogfactor sluizen
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Kadaster (PDOK), Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 31-01-2014
Beschrijving gegevensset
Uitgangspunt is dat de hoofdmotoren en hulpmotoren bij sluizen niet worden uitgeschakeld, maar min of meer stationair draaien. Dat leidt ter hoogte van sluizen tot meer emissies per afgelegde kilometer. Om hiermee rekening te houden, hanteert AERIUS voor de routes ter hoogte van sluizen op het hoofdvaarwegennet een opslagfactor voor de emissiefactor NOX voor varende binnenvaartschepen. Deze opslagfactor geldt voor het gehele traject waarover oponthoud plaatsvindt vanwege de sluis. Op het traject van oponthoud vindt ook een correctie plaats van de warmte-output.
De gegevensset omvat per ‘gebied van oponthoud’ ophoogfactoren voor de emissiefactoren van varende binnenvaartschepen die op de volgende manier tot stand zijn gekomen.
- Het gebied van oponthoud is tweemaal de lengte en breedte van de sluiskolk, waarbij het middelpunt van het ‘gebied van oponthoud’ samenvalt met het middelpunt van de sluiskolk. Argument om een groter gebied te hanteren dan de sluiskolk is dat de sluis ook effect heeft op de emissies bij naderen van en vertrek uit de sluis. Bij nadering van de sluis loopt het schip bijvoorbeeld uit met nagenoeg stationair draaiende motor. De keuze om het ‘gebied van oponthoud’ zo groot te maken als tweemaal de lengte en breedte van de sluiskolk, is gemaakt in overleg met TNO (expert judgement).
- De kenmerken van de sluiskolken zijn door AERIUS afgeleid van ViN en TOP10NL. Daarbij zijn eerst op basis van ViN de sluizen op de relevante vaarwegen geselecteerd (vaarwegen met CEMT-klassen I t/m VI). Op basis van de gegevens in TOP10NL is vervolgens per sluis de lengte, breedte en oriëntatie van de sluiskolk bepaald. Voor de sluizen waarvoor geen gegevens zijn opgenomen in TOP10NL, zijn de kenmerken van de sluiskolk afgeleid uit ViN.
- Per gebied van oponthoud is een ophoogfactor bepaald aan de hand van de methode die door TNO in 2011 is ontwikkeld in opdracht van Rijkswaterstaat (TNO. Modules voor sluis- en ligemissies voor BIVAS. 2011). In overleg met TNO en Rijkswaterstaat is daarbij een aantal defaultwaarden gekozen. De uitgangspunten en defaultwaarden voor de bepaling van de ophoogfactoren zijn beschreven in een notitie.
Naast een correctie op de emissies vindt bij sluizen ook een correctie plaats van de warmte-output. Voor de trajecten bij/door sluizen waar de ophoogfactor voor de emissies geldt, wordt uitgegaan van een warmte-output die overeenkomt met 15% van de warmte-output die op deze locatie geldt voor varende schepen. Deze correctiefactor voor de warmte-output bij sluizen is gekozen in overleg met TNO en gebaseerd op de aanname dat schepen bij sluizen 15% van hun vermogen inzetten (TNO. Modules voor sluis- en ligemissies voor BIVAS. 2011).
Verantwoording gegevensset
De ophoogfactoren sluizen betreffen een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TOP10NL | PDOK | 2014 |
Vaarweg Informatie Nederland bevaarbaarheidsinformatie | Rijkswaterstaat | januari 2013 |
Uitgangspunten en defaultwaarden ophoogfactoren sluizen in AERIUS | AERIUS | 11 mei 2015 |
TNO. Modules voor sluis- en ligemissies voor BIVAS. 2011 | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 24 november 2011 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouders gepubliceerd.
- HarmonisatieDe data is direct geschikt voor transformatie.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieOp basis van de gepubliceerde data worden de sluisgebieden en ophoogfactoren afgeleid. De afgeleide data wordt vervolgens geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
shipping_inland_locks
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_inland_lock_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | |
lock_factor | float4 | n.v.t. |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Binnenvaart - vaarwegen
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Rijkswaterstaat
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- jaarlijks
- Laatste update
- 24-02-2014
Beschrijving gegevensset
De vaarwegkenmerken geven de CEMT klasse en de namen aan van de vaarwegen die zijn opgenomen in het NWB vaarwegen. Met de CEMT klasse worden de afmetingen van een vaarweg aangegeven. De emissiefactoren van binnenvaartschepen op een vaarweg zijn afhankelijk van de CEMT klasse van deze vaarweg. De namen van de vaarwegen zijn ook relevant, omdat de emissiefactoren voor enkele waterwegen (Lek, Geldersche Ijssel en Waal) afhankelijk zijn van de vaarrichting in relatie tot de stroomrichting.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is gebaseerd op een tweetal bronnen. Het NWB-vaarwegen is de bron voor de geometrie en de vaarwegnamen. Het ViN - Vaarwegkenmerken in Nederland) is de bron van de classificatie van de vaarweg (CEMT klasse).
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Nationaal Wegen Bestand Vaarwegen WFS | PDOK | maart 2011 |
Vaarweg Informatie Nederland bevaarbaarheidsinformatie | Rijkswaterstaat | januari 2013 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder als webservice (WFS) ter beschikking gesteld. Bij een update wordt de op dat moment beschikbare/gepubliceerde informatie gebruikt.
- HarmonisatieDe data is direct bruikbaar en hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe data is door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. De verschillende bronnen worden automatisch gekoppeld. De waterwegen waarvoor bij de emissiefactoren voor varende schepen onderscheid wordt gemaakt naar stroomrichting - Lek, Geldersche IJssel en Waal), zijn automatische geselecteerd op basis van de vaarwegnaam in het NWB-vaarwegen.
Velden databasetabel
shipping_inland_waterways
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_inland_waterway_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | ID van de vaarweg |
shipping_inland_waterway_type | char(4) | n.v.t. | Vaarwegtype |
flowing | bool | n.v.t. | Stroming (ja/nee) |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Emissieberekening binnenvaartschepen
In het kort
AERIUS maakt onderscheid tussen emissies van stilliggende binnenvaartschepen en emissies van varende binnenvaartschepen. Zowel de locaties waar schepen stilliggen (‘aanlegplaats’) als de vaarroutes worden in AERIUS als lijnbron ingevoerd. Per bron berekent AERIUS de totale emissies van stikstofoxiden (NOX) in het gekozen rekenjaar.
Bij het berekenen van de emissies gaat AERIUS uit van kenmerken van de binnenvaartschepen die door de gebruiker zijn ingevoerd (scheepscategorie, aantal schepen, verblijftijd, ladingstoestand, type vaarweg, stroomrichting en vaarrichting) en van generieke gegevens (emissiefactoren, sluiskenmerken).
Hoe berekent AERIUS de emissies door binnenvaartschepen?
a) Emissie bij stilliggen
AERIUS berekent de totale emissie van stilliggende binnenvaartschepen per bron per jaar met onderstaande formule:
\[
E_{pb,j}=N_{bzk,j}*T_b*E_{sc}
\]
\[
N_{bzk,j}=\frac{N_{vb}}{2}
\]
met
Epb,j = Totale emissie per bron per scheepscategorie (kg/jaar)
Nbzk,j = Aantal bezoeken per scheepscategorie per jaar
Nvb,j = Aantal vaarbewegingen van en naar de aanlegplaats per jaar
Tb = Gemiddelde verblijftijd per bezoek per scheepscategorie (uur)
Esc = Emissiefactor stilliggen per scheepscategorie (kg/uur)
De gebruiker voert per scheepscategorie de volgende kenmerken in:
- het aantal vaarbewegingen per jaar op de routes van en naar de aanlegplaats
- de gemiddelde verblijftijd per bezoek
De emissiefactoren NOX voor stilliggen zijn per scheepscategorie opgenomen in de AERIUS database (zie factsheet Binnenvaart - emissiefactoren stilliggend).
b) Emissies bij varen
AERIUS berekent de totale emissie van varende binnenvaartschepen per bron per jaar met onderstaande formule:
\[
E_{pb,j}=N_{v,j}*L_t*EFv
\]
met
Epb,j = Totale emissie per bron per scheepscategorie (kg/jaar)
Nv,j = Aantal vaarbewegingen per scheepscategorie per jaar
Lt = Lengte vaartraject (km)
EFv = Emissiefactor varen (kg/km)
Een gebruiker geeft voor een vaarroute het aantal scheepvaartbewegingen per scheepscategorie per jaar aan.
In de AERIUS database zijn per scheepscategorie emissiefactoren NOX voor varende binnenvaartschepen opgenomen (zie factsheet Binnenvaart - emissiefactoren varend). Deze emissiefactoren zijn afhankelijk van:
- ladingstoestand
- vaarwegtype
- vaarrichting in relatie tot de stroomrichting (‘stroomopwaarts’ of ‘stroomafwaarts’)
- rekenjaar.
De gebruiker geeft de scheepscategorie, de ladingstoestand, de vaarrichting en het rekenjaar aan. Het vaarwegtype en de vaarrichting in relatie tot de stroomrichting worden afgeleid van generieke gegevens die zijn opgenomen in de AERIUS database.
Opslagfactoren sluizen
Voor de routes ter hoogte van sluizen op het hoofdvaarwegennet hanteert AERIUS een opslagfactor voor de emissiefactor NOX. Deze opslagfactor geldt voor het gehele traject waarover oponthoud plaatsvindt vanwege de sluis. De opslagfactoren en de locaties waar deze gelden, zijn opgenomen in de AERIUS database.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Emissieberekening zeeschepen
In het kort
AERIUS maakt onderscheid tussen emissies van stilliggende zeeschepen en emissies van varende zeeschepen. Zowel de locaties waar schepen stilliggen (‘aanlegplaats’) als de vaarroutes worden in AERIUS als lijnbron ingevoerd. AERIUS berekent per bron de totale zeescheepvaartemissies van stikstofoxiden (NOX) in het gekozen rekenjaar.
Bij het berekenen van de emissies gaat AERIUS uit van kenmerken van de zeeschepen die door de gebruiker zijn ingevoerd (scheepscategorie, aantal schepen, verblijftijd bij de aanlegplaats) en van generieke gegevens (emissiefactoren, sluiskenmerken).
Hoe berekent AERIUS de emissies door zeeschepen?
a) Emissie bij stilliggen
AERIUS berekent de totale emissie van stilliggende zeeschepen per bron per jaar met onderstaande formule:
\[
E_{pb,j}=N_{b,j}*T_b*E_{sc}
\]
met
Epb,j = Totale emissie per bron per scheepscategorie (kg/jaar)
Nb,j = Aantal bezoeken per scheepscategorie per jaar
Tb = Gemiddelde verblijftijd per bezoek per scheepscategorie (uur)
Esc = Emissiefactor stilliggen per scheepscategorie (kg/uur)
De gebruiker voert per scheepscategorie (combinatie van scheepstype, zoals een containerschip of een olietanker, en tonnageklasse) de volgende kenmerken in:
- het aantal bezoeken per jaar
- de gemiddelde verblijftijd per bezoek
In de AERIUS database zijn per scheepscategorie opgenomen:
- emissiefactoren NOX voor stilliggen
b) Emissies bij varen
AERIUS maakt voor zeescheepvaart onderscheid tussen emissies ‘varen binnengaats’ en emissies ‘varen op zee’. AERIUS berekent de totale emissie voor een vaarroute binnengaats of een vaarroute op zee per bron per jaar met onderstaande formule:
\[
E_{pb,j}=N_{v,j}*L_t*E_{sc}
\]
met
Epb,j = Totale emissie per bron per scheepscategorie (kg/jaar)
Nv,j = Aantal vaarbewegingen per scheepscategorie per jaar
Lt = Lengte vaartraject (km)
Esc = Emissiefactor varen binnengaats of op zee per scheepscategorie (kg/km)
Een gebruiker geeft voor een vaarroute het aantal scheepvaartbewegingen per scheepscategorie per jaar aan. Een andere mogelijkheid is dat een gebruiker de vaarroute koppelt aan een eerder gedefinieerde aanlegplaats. In dat geval leidt AERIUS het aantal vaarbewegingen af van het aantal bezoeken dat is ingevoerd voor de desbetreffende aanlegplaats. Het aantal scheepvaartbewegingen op de vaarroute van en naar de aanlegplaats is tweemaal het aantal ingevoerde bezoeken.
In de AERIUS database zijn per scheepscategorie opgenomen:
- emissiefactoren NOX voor varen binnengaats
- emissiefactoren NOX voor varen op zee
Opslagfactor manoeuvreren
Voor binnengaatse vaarroutes van en naar een aanlegplaats hanteert AERIUS voor het deel van de vaarroute vanaf de ligplaats een opslagfactor voor de emissiefactor NOX. Deze ophoging compenseert de extra emissie als gevolg van manoeuvreren.
Opslagfactor zeesluis IJmuiden
Voor de zeesluizen bij IJmuiden hanteert AERIUS een opslagfactor voor de emissiefactor NOX. Deze opslagfactor geldt voor het gebied rond de sluizen. Wanneer overlap bestaat tussen het deel van de vaarroute met een ‘opslagfactor manoeuvreren’ en het gebied met een ‘opslagfactor sluis’, dan geldt de hoogste opslagfactor.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Zeescheepvaart - bronkenmerken
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 21-03-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset met bronkenmerken van zeeschepen omvat gegevens over:
- warmte-inhoud van de emissies (MW)
- de (gemiddelde) uitstoothoogte (m) ten opzichte van de waterlijn, en
- de spreiding in de uitstoothoogte (m).
Deze bronkenmerken zijn afhankelijk van de categorie waarbinnen het zeeschip valt (type en tonnageklasse).
Verantwoording gegevensset
De waarden voor de warmte-inhoud en uitstoothoogte voor stilliggende en varende zeeschepen zijn overgenomen uit de publicatie Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS (TNO.2013). De waarden voor de uitstoothoogte en de spreiding zijn aan elkaar gerelateerd. RIVM hanteert hierbij voor de scheepvaart (in het kader van het GCN/GDN proces) de volgende vuistregel: de spreiding is 0,5 maal de uitstoothoogte. In overleg met RIVM is ervoor gekozen deze vuistregel ook toe te passen bij het bepalen van de spreiding op basis van de uitstoothoogtes per categorie zeeschepen.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Kentallen zeeschepen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 01 augustus 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd via de website van InfoMil.
- HarmonisatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige geharmoniseerd naar machineleesbare tabellen.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
shipping_maritime_category_source_characteristics
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_maritime_category_id | int2.PRIKEY | n.v.t | Unieke ID van de scheepscategorie |
movement_type | char(4) | n.v.t | |
gcn_sector_id | int4 | n.v.t | Unieke ID van de GCN-sector |
heat_content | float4 | MW | Warmteoutput |
height | float4 | meter | Uitstoothoogte |
spread | float4 | meter | spreiding |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Zeescheepvaart - categorieën
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 31-03-2014
Beschrijving gegevensset
AERIUS maakt onderscheid tussen verschillende categorieën zeeschepen. De categorieën onderscheiden zich naar scheepstype en tonnageklasse. De categorieën zijn overgenomen uit de publicatie Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS (TNO.2013).
Verantwoording gegevensset
De categorieën voor zeeschepen betreffen een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Kentallen zeeschepen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 13 augustus 2013 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd via de website van InfoMil.
- HarmonisatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige geharmoniseerd naar machineleesbare tabellen.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
shipping_maritime_categories
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_maritime_category_id | int2.PRIKEY | nvt | Unieke ID van de scheepscategorie |
code | text.PRIKEY | nvt | Code van de scheepscategorie |
name | text | nvt | Naam van de scheepscategorie |
name | text.PRIKEY | nvt | Naam van de scheepscategorie |
description | text | nvt | Omschrijving van de scheepscategorie |
Factsheet
Zeescheepvaart - emissiefactoren
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 21-03-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de emissiefactoren NOX van zeeschepen voor varen op zee, varen binnengaats en stilliggen in de haven. De emissiefactoren voor varen op zee en varen binnengaats zijn uitgedrukt in kilogrammen per gevaren kilometer. De emissiefactoren voor stilliggen zijn uitgedrukt in kilogrammen per uur. De emissiefactoren gelden voor het referentiejaar 2011.
Verantwoording gegevensset
De emissiefactoren voor zeeschepen betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Kentallen zeeschepen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 01 augustus 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd via de website van InfoMil.
- HarmonisatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige geharmoniseerd naar machineleesbare tabellen.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
shipping_maritime_category_emission_factors
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_maritime_category_id | int2.PRIKEY | nvt | Unieke ID van het scheepstype |
substance_id | int2 | nvt | Unieke ID van de stof |
movement_type | char(4) | nvt | |
emission_factor | float4 | kg/kilometer of kg/uur | Emissiefactor |
Factsheet
Zeescheepvaart - manoeuvreereigenschappen
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 02-04-2014
Beschrijving gegevensset
AERIUS houdt rekening met de extra emissies NOX als gevolg van manoeuvreren. Hiertoe hanteert AERIUS een ophoogfactor van 1,8 voor de emissiefactor NOX bij varen (binnengaats). Deze ophoogfactor geldt voor het deel van de vaarroute vanaf de ligplaats. De ophoogfactor geldt alleen voor scheepscategorieën met een tonnage vanaf 10.000 grosston. De lengte van het deel van de vaarroute waarvoor deze opslagfactor geldt, is afhankelijk van de tonnageklasse en varieert van 2,2 tot 7,7 km.
Verantwoording gegevensset
De manoeuvreer-eigenschappen voor zeeschepen betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Kentallen zeeschepen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 13 augustus 2013 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd via de website van InfoMil.
- HarmonisatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige geharmoniseerd naar machineleesbare tabellen.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
shipping_maritime_category_maneuver_properties
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_maritime_category_id | int2.PRIKEY | n.v.t. | Unieke ID van de scheepscategorie |
maneuver_factor | float4 | Factor | Ophoogfactor voor manoevreren |
maneuver_length | float4 | meter | Afstand waarover wordt gemanoeuvreerd |
Factsheet
Zeescheepvaart - ophoogfactor sluizen
Kenmerken
- Thema
- Scheepvaart
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 22-04-2014
Beschrijving gegevensset
AERIUS houdt rekening met de effecten van het passeren van een sluis op de emissies NOX. Hiertoe hanteert AERIUS voor de sluizen bij IJmuiden een ophoogfactor voor de emissiefactor NOX van varende zeeschepen (binnengaats). De ophoogfactor geldt voor een gebied rond deze sluizen. De ophoogfactor en het gebied zijn afgeleid van resultaten van onderzoek dat TNO in 2013 heeft uitgevoerd.
Verantwoording gegevensset
TNO heeft in 2013 onderzoek uitgevoerd om te komen tot emissiekentallen voor de zeescheepvaart. Dit onderzoek heeft voor gridcellen van 500x500 meter inzicht opgeleverd in de effecten van manoeuvreren op de emissies NOx door zeeschepen. De ophoogfactoren in de gridcellen rond de sluizen bij Ijmuiden geven inzicht in de effecten van het passeren van de sluizen op de emissies. Op basis van de resultaten van TNO is een gemiddelde ophoogfactor van 1,3 bepaald voor een gebied van 2,5 bij 1 km waarbinnen de verschillende sluizen van IJmuiden vallen.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Notitie bepalen ophoogfactor gebied sluizen IJmuiden | AERIUS | 26 maart 2015 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe geometrie van het gebied waar de ophoogfactor geld is afgeleid op basis van de kaart. De ophoogfactor is afgeleid uit achterliggend onderzoek door TNO.
- HarmonisatieHarmonisatie is niet van toepassing.
- ValidatieDe gegenereerde data is door een inhoudsdeskundige geverifieerd.
- TransformatieDe gegenereerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
shipping_maritime_maneuver_areas
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
shipping_maritime_maneuver_area_id | int4.PRIKEY | nvt | Unieke identificatie van het manoevreergebied |
maneuver_factor | float4 | factor | Ophoogfactor emissie |
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Wonen en werken
In het kort
AERIUS berekent de depositiebijdragen van bronnen binnen de sector Wonen en werken met het rekenmodel OPS van het RIVM. AERIUS gaat daarbij uit van bronkenmerken die deels door de gebruiker zijn ingevoerd en deels overeenkomen met de bronkenmerken die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage?
Wanneer de bron is ingevoerd als puntbron, dan voert de gebruiker waarden in voor de volgende bronkenmerken:
- de emissies NOX en/of NH3
- de hoogte van de emissies
- de warmte-inhoud.
Wanneer de bron is ingevoerd als vlakbron, kan de gebruiker ook de zogenoemde spreiding in de emissiehoogte invoeren.
Voor de hoogte, spreiding en warmte-inhoud zijn in Calculator standaardwaarden opgenomen. Deze waarden komen overeen met de gemiddelde waarden voor bronnen binnen deze sector die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten (GCN bronkenmerken). De gebruiker kan deze standaardwaarden aanpassen op basis van de bronspecifieke situatie.
Voor de zogenoemde etmaalvariatie is ook een standaardwaarde van het RIVM opgenomen. Deze waarde is niet aanpasbaar door de gebruiker.
De Calculator biedt een mogelijkheid voor berekening van de warmte-inhoud op basis van waarden voor de oppervlak van de bronopening, de uitstroomsnelheid en de temperatuur van de emissie.
Hoe berekent AERIUS de verspreiding en depositie?
Calculator berekent de depositiebijdrage van de ingevoerde bron met het rekenmodel OPS van het RIVM. OPS rekent alleen voor puntbronnen. Dit betekent dat een vlakbron eerst wordt omgezet in puntbronnen.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Bepalen relevante hexagonen
In het kort
AERIUS berekent de depositiebijdrage per hexagoon. Dit gebeurt alleen voor hexagonen die relevant zijn voor een toestemmingsbesluit op grond van de Nb-wet.
Wanneer is een hexagoon relevant?
Bij N2000 gebieden die zijn aangewezen op basis van de Vogelrichtlijn is sprake van relevant hexagoon wanneer het hexagoon (deels) overlapt met het leefgebied van een aangewezen soort.
Bij N2000 gebieden die zijn aangewezen op basis van de Habitatrichtlijn is sprake van een relevant hexagoon wanneer het hexagoon (deels) overlapt met:
- een aangewezen habitattype
- een onbekend habitattype, of
- het leefgebied van een aangewezen habitatsoort.
Een aangewezen habitattype of habitatsoort wordt alleen meegenomen wanneer het desbetreffende habitattype of het leefgebied van de desbetreffende habitatsoort aangemerkt kan worden als stikstofgevoelig. Habitattypen en leefgebieden van habitatsoorten zijn stikstofgevoelig wanneer hun KDW kleiner is dan 2.400 mol/ha/jr.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Habitatkartering
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, Provincies: Fryslân, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
- GLP
- in werking (concept)
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 20-07-2018
Beschrijving gegevensset
De gegevensset habitatkartering geeft weer waar welk natuurdoeltype voorkomt. Voor de aanwijzingsbesluiten en de beheerplannen zijn de kaarten belangrijke bouwstenen. Hieruit blijkt immers welke habitattypen actueel aanwezig zijn, met welke omvang en waar ze precies liggen. Daarnaast moeten de kaarten ook een objectieve basis bieden voor toetsingen in het kader van Nbwet-vergunningen. In deze gegevensset zijn niet de nabijgelegen buitenlandse habitatkarteringen opgenomen (Vlaanderen, Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen). Deze habitatkarteringen zijn geautomatiseerd gegenereerd op basis van de gebiedsbegrenzingen. Voor deze gebieden is langs de rand een buffer opgenomen met het habitattype H9999 (onzeker/onbekend).
Verantwoording gegevensset
De habitatkartering betreft een gegevensset die is gebaseerd op meervoudige bronnen. Deze bronnen worden in het kader van de afronding van de gebiedsanalyses ten behoeve van de PAS aangeleverd aan het PAS-bureau. Deze harmoniseert, valideert en transformeert deze gegevens en levert deze door aan AERIUS en verzorgt de INSPIRE-publicatie habitatkartering.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
20180720_N2K_HKLK_M18.gdb | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, Provincies: Fryslân, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg | 20 juli 2018 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDoor het PAS-bureau wordt een samengesteld bestand met alle karteringen die relevant zijn voor de PAS geleverd.
- ValidatieDe levering wordt gevalideerd op basis van het GLP. Bevindingen worden teruggekoppeld aan de leverancier en indien nodig wordt er door de bronhouder een nieuwe levering gedaan.
- TransformatieDe levering wordt getransformeerd naar de databasestructuur zoals benodigd in AERIUS. Er vind een verschilanalyse plaats met de vorige versie en de bevindingen worden teruggekoppeld aan de leverancier.
Velden databasetabel
De bronnen worden naar de tabel habitat_areas getransformeerd. De volgende velden zijn in deze tabel opgenomen.
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
assessment_area_id | int4 | n.v.t. | Unieke identifactie van het interessegebied |
habitat_area_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | Unieke identifactie van de geometrie |
habitat_type_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het habitattype |
coverage | float4 | Percentage | Percentage dekking van het habitattype |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Habitattypen
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 25-04-2017
Beschrijving gegevensset
De gegevensset habitattypen bevat alle typen conform annex I van de habitatdirective inclusief de Nederlandse subspecificatie en varianten. Daarnaast zijn een veertiental stikstofgevoelige aanvullende leefgebieden opgenomen en per Natura 2000-gebied het type voor onzeker/onbekend. Van alle typen zijn de kritische depositiewaarden (KDW) bekend conform de laatste wetenschappelijke inzichten. Voor het type onzeker/onbekend (H9999) is de KDW gebaseerd op het meest kritische aangewezen habitattype.
De habitattypen omvatten ook zoekgebieden voor stikstofgevoelige habitattypen.
Verantwoording gegevensset
De habitattypen betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
20170320_pas_habitattypen_leefgebieden.xls | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 20 maart 2017 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt gepubliceerd door de bronhouder.
- HarmonisatieDe bron is direct bruikbaar en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieEr wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd of de gepubliceerde informatie geschikt is voor transformatie.
- TransformatieDe aangeleverde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
habitat_types
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
habitat_type_id | int4.PRIKEY | nvt | Unieke identificatie van het habitattype |
name | text.PRIKEY | nvt | Habitatcode conform nederlandse definitie |
description | text | nvt | Omschrijving van het habitattype |
critical_deposition | int4 | mol/hectare | Kritische depositiewaarde |
sensitive | bool | ja/nee | Mogelijke stikstofgevoeligheid (ja/nee) van een habitattype |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Habitattypen - doelstellingen
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- meervoudige gelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- GLP
- in werking (concept)
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 15-05-2018
Beschrijving gegevensset
Aangewezen habitattypen zijn waardevolle en kenmerkende natuurtypen die specifiek voorkomen in een bepaald Natura 2000-gebied en welke moeten worden beschermd voor behoud en herstel van biodiversiteit. Deze habitattypen zijn vastgelegd in het aanwijzingsbesluit van een gebied en er zijn doelstellingen geformuleerd ten aanzien van kwaliteit en oppervlak.
Verantwoording gegevensset
De aangewezen habitattypen betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Webservice aangewezen habitattypen | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 20 april 2018 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe aangewezen habitattypen worden via een webservice aangeboden en zijn direct in te lezen.
- HarmonisatieDe bronnen zijn direct bruikbaar en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieEr wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd of de gepubliceerde informatie geschikt is voor transformatie.
- TransformatieDe webservice wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de betreffende tabel in de database.
Velden databasetabel
habitat_properties
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
assessment_area_id | int4 | nvt | Unieke identifactie van het interessegebied |
habitat_type_id | int4.PRIKEY | nvt | Unieke identificatie van het habitattype |
extent_goal | char(4) | nvt | Oppervlaktedoelstelling |
quality_goal | char(4) | nvt | Kwaliteitsdoelstelling |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Habitattypen - relaties
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 25-04-2017
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de relatie tussen de habitattypen zoals aangenomen in de aanwijzingsbesluiten en eventuele varianten van de habitattypen die in de karteringen zijn opgenomen.
Verantwoording gegevensset
Het betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
20170320_pas_habitattypen_leefgebieden.xls | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 20 maart 2017 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder gepubliceerd.
- HarmonisatieDe bron hoeft niet te worden geharmoniseerd en is direct bruikbaar.
- ValidatieDe bron wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd.
- TransformatieDe bron wordt automatisch getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
habitat_type_relations
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
habitat_type_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | Unieke identificatie van het type |
goal_habitat_type_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het type zoals opgenomen in de aanwijzingsbesluiten |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Natura 2000 - deelgebieden
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- GLP
- in werking (concept)
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 13-04-2018
Beschrijving gegevensset
Deze gegevensset bevat de deelgebieden uit de werkbegrenzing van de Nederlandse Natura 2000-deelgebieden. Met deelgebieden wordt bedoeld de onderverdeling tussen habitatrichtlijngebieden, vogelrichtlijngebieden en beschermde natuurmonumenten of een combinatie hiervan. De werkbegrenzing bevat alle meest recente inzichten en loopt vooruit op de officiële publicatie van de begrenzing. Naast de Nederlandse gebieden zijn in Calculator de nabijgelegen buitenlandse gebieden opgenomen.
Verantwoording gegevensset
De Natura 2000 - gebieden betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
20180223_Natura2000-begrenzing_bewerkt.shp | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 23 februari 2018 |
Natura 2000 database EEA | European Environmental Agency | augustus 2006 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data van de Nederlandse gebieden wordt via e-mail aangeleverd. De buitenlandse gebieden zijn online te downloaden via de site van de European Environment Agency.
- HarmonisatieDe Nederlandse begrenzingen zijn direct bruikbaar voor transformatie. De buitenlandse begrenzingen zijn eerst geharmoniseerd naar het formaat zoals wordt gebruikt voor Nederlandse begrenzingen.
- ValidatieDe geleverde bestanden worden gevalideerd op technische juistheid. Bevindingen worden teruggekoppeld aan de bronhouder en leveren een nieuwe gerectificeerde levering op.
- TransformatieDe geharmoniseerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
natura2000_directive_areas
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
assessment_area_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | Unieke identificatie van het interessegebied |
natura2000_area_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het Natura 2000-gebied |
natura2000_directive_area_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | Unieke identificatie van het Natura 2000-deelgebied |
type | char(4) | n.v.t. | Type interessegebied |
name | text.BTREE | n.v.t. | Naam van het Natura 2000-gebied |
habitat_directive | bool | n.v.t. | Waarde ja/nee of habitatrichtlijn van toepassing |
bird_directive | bool | n.v.t. | Waarde ja/nee of vogelrichtlijn van toepassing |
natural_monument_directive | bool | n.v.t. | Waarde ja/nee of beschermd natuurmonument |
design_status | text | n.v.t. | Status van de aanwijzing |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Natura 2000 - gebieden
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- GLP
- in werking (concept)
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 01-11-2019
Beschrijving gegevensset
Deze gegevensset bevat de geaggregeerde werkbegrenzing van de Nederlandse Natura 2000-gebieden. De werkbegrenzing bevat alle meest recente inzichten en loopt vooruit op de officiële publicatie van de begrenzing. Naast de Nederlandse gebieden zijn in AERIUS ook de nabijgelegen buitenlandse gebieden opgenomen.
Verantwoording gegevensset
De gebieden betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
20180223_Natura2000-begrenzing_bewerkt.shp | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 23 februari 2018 |
Natura 2000 database EEA | European Environmental Agency | april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data van de Nederlandse gebieden wordt door de bronhouder aangeleverd. De buitenlandse gebieden zijn online gedownload via de site van de European Environment Agency.
- HarmonisatieDe Nederlandse begrenzingen zijn direct bruikbaar voor transformatie. De buitenlandse begrenzingen zijn eerst geharmoniseerd naar het formaat zoals wordt gebruikt voor Nederlandse begrenzingen.
- ValidatieDe geleverde bestanden worden gevalideerd op technische juistheid. Bevindingen worden teruggekoppeld aan de bronhouder en indien nodig wordt er door de bronhouder een nieuw aangepast bestand aangeleverd.
- TransformatieDe geharmoniseerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Na transformatie vind er een verschilanalyse plaats met de vorige versie. De bevindingen worden teruggekoppeld aan de bronhouder.
Velden databasetabel
natura2000_areas
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
assessment_area_id | integer | n.v.t. | Unieke identifactie van het interessegebied |
natura2000_area_id | integer | n.v.t. | Unieke identificatie van het Natura 2000-gebied |
code | text | n.v.t. | Unieke code van het Natura 2000-gebied |
type | text | n.v.t. | Type Natura 2000-gebied |
name | text | n.v.t. | Naam van het Natura 2000-gebied |
authority_id | text | n.v.t. | Naam van het bevoegde gezag |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Natura 2000 - kenmerken
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- GLP
- in werking (concept)
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 13-04-2018
Beschrijving gegevensset
De gegevensset Natura 2000 - kenmerken bevat alle basis-informatie die in AERIUS wordt getoond over een Natura 2000-gebied. Het betreft informatie over landschapstype en aantal hectare conform het aanwijzingsbesluit zoals opgenomen in de Synbiosys Natura 2000-gebiedendatabase.
Verantwoording gegevensset
De Natura 2000 - kenmerken betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Webservice basisinformatie Natura 2000-gebieden | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder via een webservice gepubliceerd.
- HarmonisatieDe bron is direct bruikbaar en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieDoor een inhoudsdeskundige wordt gevalideerd of de geometrie en achterliggende velden geschikt en volledig zijn voor transformatie.
- TransformatieDe aangeleverde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
natura2000_area_properties
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
natura2000_area_id | integer | n.v.t | Unieke identificatie van het Natura 2000-gebied |
landscape_type | text | n.v.t | Landschapstype |
registered_surface | integer | Hectare | Aantal hectare conform aanwijzingsbesluit |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Soorten
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- meervoudige gelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 21-04-2017
Beschrijving gegevensset
De gegevensset soorten bevat alle soorten die mogelijk in Nederland voorkomen in het kader van de Natura 2000-aanwijzingsbesluiten.
Verantwoording gegevensset
De soorten betreft een gegevensset de is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Aangewezen habitatsoorten | Ministerie van Economische Zaken | |
Aangewezen broedvogels | Ministerie van Economische Zaken | |
Aangewezen niet-broedvogels | Ministerie van Economische Zaken |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt gepubliceerd door middel van een webservice door de bronhouder.
- HarmonisatieDe bron is direct bruikbaar en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieEr wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd of de gepubliceerde informatie geschikt is voor transformatie. Daarnaast wordt tijdens de transformatie de bron gevalideerd op inconsistenties.
- TransformatieDe aangeleverde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
tabel species
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
species_id | int4.PRIKEY | Unieke identificatie van de soort | |
species_type | char(4) | Type soort (habitatsoort. broedvogel. niet-broedvogel) | |
name | text.PRIKEY | Code van de soort | |
description | text | n.v.t. | Omschrijving van de soort |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Soorten - doelstellingen
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- meervoudige gelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 20-04-2018
Beschrijving gegevensset
De gegevensset doelstelling soorten bevat de doelstellingen ten aanzien van soorten zoals is opgenomen in het aanwijzingsbesluit van het betreffende gebied. Het gaat om de doelstellingen ten aanzien van de kwaliteit en omvang van het leefgebied maar ook om de doelstelling t.a.v. de populatie.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset doelstelling soorten betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Aangewezen habitatsoorten | Ministerie van Economische Zaken | |
Aangewezen broedvogels | Ministerie van Economische Zaken | |
Aangewezen niet-broedvogels | Ministerie van Economische Zaken |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt gepubliceerd door de bronhouder door middel van een webservice.
- HarmonisatieDe bron is direct bruikbaar en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieEr wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd of de gepubliceerde informatie geschikt is voor transformatie. Daarnaast wordt tijdens de transformatie de bron gevalideerd op inconsistenties.
- TransformatieDe aangeleverde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
species_properties
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
population_goal_description | text | Omschrijving van de doelstelling populatie (alleen indien specifieke doelstelling) | |
population_goal | char(4) | Doelstelling populatie | |
extent_goal | char(4) | Doelstelling oppervlakte leefgebied | |
quality_goal | char(4) | Doelstelling kwaliteit leefgebied | |
assessment_area_id | int4 | n.v.t. | Unieke identifiactie van het Natura 2000-gebied Een natuurgebied dat onderdeel uitmaakt van het Europese netwerk van natuurgebieden 'Natura 2000'. |
species_id | int4.PRIKEY | Unieke identificatie van de soort |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Soorten - relatie leefgebied
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, Provincies: Fryslân, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
- GLP
- in werking (definitief)
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 20-07-2018
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de relatie tussen de aangewezen soorten en het natuurtype waar deze voorkomt (habitattypen en leefgebieden).
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
20180719_PAS_RelatieLeefgebied.xlsx | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, Provincies: Fryslân, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg | 19 juli 2018 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe gegevensset wordt door de voortouwnemers aangeleverd aan BIJ12 die zorgt voor harmonisatie en doorlevering aan AERIUS.
- HarmonisatieDe door BIJ12 geharmoniseerde gegevensset is direct door AERIUS te verwerken.
- ValidatieDe aangeleverde data wordt conform het gegevensleveringsprotocol gevalideerd en een verschilanalyse wordt teruggeleverd aan de leverancier.
- TransformatieDe bron is automatisch getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
species_to_habitats
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
assessment_area_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het interessegebied |
species_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | Unieke identificatie van de soort |
habitat_type_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het habitattype |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Achtergronddepositie Natura 2000-gebieden
In het kort
AERIUS Calculator 2019 toont een kaart met achtergronddeposities binnen de Natura 2000-gebieden. Deze depositie gaat over het jaar 2018. Het kiezen van een ander zichtjaar heeft geen invloed op de in Calculator getoonde achtergronddeposities.
Deze kaart is tot stand gekomen door depositie te berekenen op basis van de ruimtelijke verdeling van depositie 2015, emissietotalen uit 2015 en 2017 en metingen over 2018. Op het moment van opstellen van deze kaart waren dit de meest actuele beschikbare gegevens. De uitgangspunten en deposities zijn in beginsel gelijk aan hetgeen is toegepast voor de GDN-kaarten over 2018 die in maart 2019 door het RIVM zijn gepubliceerd.
Depositie uit Nederlandse bronnen
Depositie als gevolg van emissies van ammoniak en stikstofoxiden van Nederlandse bronnen is berekend per broncategorie op basis van emissies uit de Emissieregistratie en hun ruimtelijke verdeling over 2015. Uitzondering hierop zijn stalemissie in de landbouw en emissie van het hoofdwegennet, deze zijn geografisch verfijnder doorgerekend. Deze depositie over 2015 is geschaald naar 2017 op basis van emissietotalen per broncategorie per stof. Uitzondering hierop is het hoofdwegennet, waarvan reeds gegevens over 2017 beschikbaar zijn.
Voor het vaststellen van de depositie door Nederlandse bronnen is in de basis de volgende werkwijze gehanteerd:
- Per broncategorie en per stof (NOx en NH3) is de totale emissie in 2015 vastgesteld.
- Op basis van de Emissieregistratie is per broncategorie en per stof (NOx en NH3) de totale emissie in 2017 vastgesteld.
- De uitkomst van 2 is gedeeld op de uitkomst van 1. Het resultaat is een schalingsfactor per broncategorie. Enkele broncategorieën zijn in 2017 anders dan in 2015. Voor deze categorieën zijn specifieke schalingsfactoren berekend.
- De depositiebijdrage per hexagoon per broncategorie in 2015 is vermenigvuldigd met de onder 3 afgeleide schalingsfactor. Het resultaat is een depositiebijdrage per hexagoon per broncategorie in 2017. Tenslotte zijn de verschillende bronbijdrages gesommeerd, met als resultaat de totale depositie per hexagoon.
Buitenlandse bijdragen
Emissie uit het buitenland draagt ook bij aan de deposities in Nederland. De buitenlandse bijdrages zijn berekend op basis van een emissieprognose voor 2017.
Kalibratie op basis van metingen
De voor 2017 vastgestelde deposities (som geschaalde depositie uit Nederlandse en buitenlandse bronnen, zoals hierboven beschreven) worden gekalibreerd aan de metingen van het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN) over 2018. Deze kalibratie is uitgevoerd op basis van de methode die ook wordt gehanteerd voor het maken van de jaarlijkse GCN/GDN kaarten.
De correctie bestaat uit 1) correctie droge NH3 depositie en 2) een correctie natte NH3 en NOy.
Voor de correctie op de droge NH3 depositie zijn de volgende stappen doorlopen:
- De gemeten gemiddelde NH3 concentratie in 2018 is gedeeld door de berekende gemiddelde NH3 concentraties voor 2017.
- De resulterende verhouding is vervolgens vermenigvuldigd met de deposities in de GDN-kaart voor 2017 die zijn vastgesteld op een resolutie van 1x1 km. Het resultaat is een landsdekkende kaart met deposities (1x1 km) die gekalibreerd zijn aan gemeten droge NH3 depositie.
- Het verschil tussen de niet en wel gekalibreerde GDN-kaart voor 2017 is vervolgens vertaald naar een correctie per hexagoon (in mol/ha/jaar).
De correctie voor NOy en natte NH3 bedraagt samen +81 mol per hectare per jaar en is voor alle hexagonen gelijk.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Gemeenten
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Kadaster (PDOK)
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- niet van toepassing
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 19-01-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset gemeenten bevat de gemeentegrenzen.
Verantwoording gegevensset
De gegevenset gemeenten betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Bestuurlijke grenzen | Kadaster (PDOK) | 29 januari 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt gepubliceerd door de bronhouder.
- HarmonisatieDe bron is direct bruikbaar en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieEr wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd of de gepubliceerde informatie geschikt is voor transformatie.
- TransformatieDe aangeleverde data wordt geautomatiseerd getransformeert naar de database.
Velden databasetabel
municipality_areas
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
municipality_area_id | integer | n.v.t. | Unieke identificatie van de gemeente |
code | tekst | n.v.t. | CBS-code van de gemeente |
name | tekst | n.v.t. | Naam van de gemeente |
Factsheet
Grootschalige deposities GDN
Kenmerken
- Thema
- Algemeen
- Source type
- meervoudige gelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- RIVM
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- jaarlijks
- Laatste update
- 20-06-2019
Beschrijving gegevensset
Het RIVM maakt jaarlijks kaarten met grootschalige deposities in Nederland (GDN kaarten) in het kader van natuur- en milieubeleid. De kaarten zijn gebaseerd op een combinatie van modelberekeningen en metingen en zijn bedoeld voor het geven van een grootschalig beeld van de deposities in Nederland zowel voor jaren in het verleden als in de toekomst.
Verantwoording gegevensset
De grootschalige deposities GDN betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Bestanden GDN kaarten | RIVM | maart 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bronbestanden worden als download beschikbaar gesteld per stof en per jaar.
- HarmonisatieAlle bronnen zijn gelijk aan structuur en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieDoor een inhoudsdeskundige wordt gevalideerd of alle benodigde bronnen beschikbaar zijn voor transformatie.
- TransformatieAlle bronnen worden geautomatiseerd getransformeerd naar de betreffende databasetabel.
Velden databasetabel
background_cell_depositions
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
background_cell_id | int4,PRIKEY | n.v.t. | Unieke identificatie van de cel |
year | int2 | jaar | Jaar waarop de depositiewaarde betrekking heeft |
deposition | float4 | mol/hectare | Depositiewaarde van het betreffende kilometergrid |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Hexagonen
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- niet van toepassing
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 15-12-2016
Beschrijving gegevensset
De gegevensset hexagonen bevat de hexagonen op een vijftal schaalniveau's (1, 4, 16, 64 en 256 hectare). Dit grid is bepalend voor waar berekeningen worden uitgevoerd en maakt het mogelijk om informatie op een eenduidige manier op meerdere schaalniveau's te tonen. Het grid is dekkend met de Natura 2000-gebieden exclusief de grote wateren. Een uitzondering wordt gemaakt indien een stikstofgevoelig habitattype is gekarteerd in de grotere wateren. Dan wordt dit toch in het interessegebied meegenomen.
In het buitenland wordt op dezelfde manier gerekend. Het schaalniveau van de hexagonen is in het buitenland 16 hectare.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is een resultante van een aantal gegevenssets zoals opgenomen in de gerelateerde factsheets. De bronnen van deze gegevenssets is terug te vinden in deze factsheets.
Beschrijving proces
- InventarisatieZie gerelateerde factsheets.
- HarmonisatieZie gerelateerde factsheets.
- ValidatieDoor een inhoudsdeskundige wordt de invoer en de resultaten gevalideerd.
- TransformatieOp basis van de gegevenssets worden de hexagonen automatisch gegenereerd bij het opbouwen van de database.
Velden databasetabel
hexagons
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
receptor_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | |
zoom_level | int4.BTREE | n.v.t. | Schaalniveau van het hexagoon |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Kilometergrid
Kenmerken
- Thema
- Algemeen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- RIVM
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- niet van toepassing
- Periodiciteit
- eenmalig
- Laatste update
- 24-06-2012
Beschrijving gegevensset
Het RIVM maakt jaarlijks kaarten met grootschalige concentraties en deposities in Nederland (GCN & GDN) in het kader van natuur- en milieubeleid. Het resultaat is een kilometergrid dat dekkend is met Nederland inclusief het Nederlandse Continentaal Plat (NCP) wat gelijk is aan de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ). Dit grid is de basis voor het kilometergrid zoals wordt gebruikt binnen AERIUS.
Verantwoording gegevensset
Het kilometergrid is gegenereerd op basis van de resultaten van de GDN. Voor de gebruikte bron zie de gerelateerde factsheet.
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bronbestanden zijn als download beschikbaar gesteld. Een willekeurige bron is als basis gebruikt voor het kilometergrid.
- HarmonisatieAlle bronnen zijn gelijk aan structuur en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieDoor een inhoudsdeskundige is gevalideerd of het grid in overeenstemming is met het interressegebied van AERIUS.
- TransformatieHet grid is geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
background_cells
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
background_cell_id | integer | n.v.t. | Unieke identificatie van de cel |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Luchtfoto
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Kadaster (PDOK)
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- niet van toepassing
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 2014
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de luchtfoto zoals gebruikt als achtergrond in de AERIUS-producten. AERIUS gebruikt direct de webservice van PDOK. Hierdoor is gegarandeerd dat de laatst beschikbare luchtfoto ook in AERIUS is te gebruiken.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is gebaseerd op de volgende webservice:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Luchtfoto (PDOK-achtergrond) | Kadaster (PDOK) | 2010 |
Factsheet
Plaatsen
Kenmerken
- Thema
- Algemeen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Kadaster (PDOK)
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- niet van toepassing
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 29-01-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset plaatsen bevat de plaatsen in Nederland.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is gebasseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Bestuurlijk grenzen | Kadaster (PDOK) | 29 januari 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt gepubliceerd door de bronhouder.
- HarmonisatieDe bron is direct bruikbaar en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieEr wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd of de gepubliceerde informatie geschikt is voor transformatie.
- TransformatieDe aangeleverde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
town_areas
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
town_area_id | integer | n.v.t. | Unieke identificatie van de plaats |
code | tekst | n.v.t. | CBS-code van de plaats |
name | tekst | n.v.t. | Plaatsnaam |
Factsheet
Provincies
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Kadaster (PDOK)
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- jaarlijks
- Laatste update
- 29-01-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset provincies bevat de provinciegrenzen.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset provincies betreft een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Bestuurlijk grenzen | Kadaster (PDOK) | 29 januari 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt gepubliceerd door de bronhouder.
- HarmonisatieDe bron is direct bruikbaar en er hoeft geen harmonisatie plaats te vinden.
- ValidatieEr wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd of de gepubliceerde informatie geschikt is voor transformatie.
- TransformatieDe aangeleverde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
De bronnen worden naar de tabel province_areas getransformeerd. De volgende velden zijn in deze tabel opgenomen:
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
province_area_id | int4,PRIKEY | nvt | |
name | text,BTREE | nvt |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Terreinruwheid en landgebruik
Kenmerken
- Thema
- Gebiedskenmerken
- Source type
- meervoudige ongelijksoortige bronnen
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- niet van toepassing
- GTP
- ontwerp
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 04-05-2015
Beschrijving gegevensset
De terreinruwheid en het landgebruik bepalen de snelheid waarmee stoffen neerslaat (droge depositiesnelheid). De terreinruwheid beïnvloedt de grootte van de wervels in de luchtlaag boven het aardoppervlak. Een hogere ruwheid leidt tot grotere wervels die ervoor zorgen dat stoffen sneller het aardoppervlak bereiken. De biologische en fysische kenmerken van het oppervlak (‘landgebruik’) bepalen hoe makkelijk de stoffen worden opgenomen of geadsorbeerd. De gegevensset ruwheid en landgebruik bevat de gemiddelde ruwheidslengte en dominante en gewogen landgebruik voor alle rekenpunten.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is afgeleid uit de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
LGN7 | Alterra | juli 2014 |
Corine Land Cover 2006 raster data | European Environmental Agency | december 2013 |
Koppeltabel landgebruik met DEPAC en Z0 | RIVM | 13 april 2015 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe benodigde bronnen zijn via het RIVM verstrekt of wel direct gedownload bij de bron.
- HarmonisatieDe bronnen zij direct bruikbaar en harmonisaties zijn onderdeel van de transformatie.
- ValidatieEr wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd of de gepubliceerde informatie geschikt is voor transformatie.
- TransformatiePer rekenpunt (hexagoon) is de terreinruwheid en het landgebruik bepaald voor een cirkelvormig gebied van 6,25 ha rond het rekenpunt. Daarbij is uitgegaan van de volgende variabelen: a. de gemiddelde ruwheidslengte z0 (grootheid waarin de terreinruwheid wordt uitgedrukt), en b. het dominante landgebruik, volgens de DEPAC-classificatie. Deze gegevens zijn afgeleid van het Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland versie 7 (LGN7). LGN7 beschrijft het landgebruik op een resolutie van 25x25 meter en maakt daarbij onderscheid tussen 39 klassen van landgebruik. Voor elk van deze klassen is de z0-waarde bekend. DEPAC is een onderdeel van het OPS model en beschrijft voor 9 klassen van landgebruik hoe makkelijk de stikstof wordt opgenomen of geadsorbeerd. Bij de bepaling van het dominante landgebruik gaat AERIUS uit van de klassen van landgebruik in DEPAC. Hiertoe worden de 39 klassen van LGN7 geaggregeerd naar de 9 klassen in DEPAC. Het LGN7 raster is alleen beschikbaar voor het Nederlandse grondgebied, terwijl rekenpunten ook buiten Nederland kunnen liggen. Voor de rekenpunten die buiten Nederland liggen, wordt een raster gebruikt dat is afgeleid uit de CORINE Land Cover (CLC) dataset.
Velden databasetabel
terrain_properties
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
receptor_id | integer | n.v.t. | Unieke identificatie van de receptor |
zoom_level | integer | n.v.t. | Zoom level van het hexagoon |
average_roughness | real | n.v.t. | Gemiddelde ruwheidslengte |
dominant_land_use | land_use_classification | n.v.t. | Dominante landgebruikstype |
land_uses | array | n.v.t. | Percentage voorkomen van de landgebruikstypen |
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Energie
In het kort
AERIUS berekent de depositiebijdragen van bronnen binnen de sector Energie met het rekenmodel OPS van het RIVM. AERIUS gaat daarbij uit van bronkenmerken die deels door de gebruiker zijn ingevoerd en deels overeenkomen met de bronkenmerken die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage?
Wanneer de bron is ingevoerd als puntbron, dan voert de gebruiker waarden in voor de volgende bronkenmerken:
- de emissies NOX en/of NH3
- de hoogte van de emissies
- de warmte-inhoud.
Wanneer de bron is ingevoerd als vlakbron, kan de gebruiker ook de zogenoemde spreiding in de emissiehoogte invoeren.
Voor de hoogte, spreiding en warmte-inhoud zijn in Calculator standaardwaarden opgenomen. Deze waarden komen overeen met de gemiddelde waarden voor bronnen binnen deze sector die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten (GCN bronkenmerken). De gebruiker kan deze standaardwaarden aanpassen op basis van de bronspecifieke situatie.
Voor de zogenoemde etmaalvariatie is ook een standaardwaarde van het RIVM opgenomen. Deze waarde is niet aanpasbaar door de gebruiker.
Calculator biedt een mogelijkheid voor berekening van de warmte-inhoud op basis van waarden voor de oppervlak van de bronopening, de uitstroomsnelheid en de temperatuur van de emissie.
Hoe berekent AERIUS de verspreiding en depositie?
Calculator berekent de depositiebijdrage van de ingevoerde bron met het rekenmodel OPS van het RIVM. OPS rekent alleen voor puntbronnen. Dit betekent dat een vlakbron eerst wordt omgezet in puntbronnen.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Industrie
In het kort
AERIUS berekent de depositiebijdragen van bronnen binnen de sector Industrie met het rekenmodel OPS van het RIVM. AERIUS gaat daarbij uit van bronkenmerken die deels door de gebruiker zijn ingevoerd en deels overeenkomen met de bronkenmerken die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage?
Wanneer de bron is ingevoerd als puntbron, dan voert de gebruiker waarden in voor de volgende bronkenmerken:
- de emissies NOX en/of NH3
- de hoogte van de emissies
- de warmte-inhoud.
Wanneer de bron is ingevoerd als vlakbron, kan de gebruiker ook de zogenoemde spreiding in de emissiehoogte invoeren.
Voor de hoogte, spreiding en warmte-inhoud zijn in Calculator standaardwaarden opgenomen. Deze waarden komen overeen met de gemiddelde waarden voor bronnen binnen deze sector die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten (GCN bronkenmerken). De gebruiker kan deze standaardwaarden aanpassen op basis van de bronspecifieke situatie.
Voor de zogenoemde etmaalvariatie is ook een standaardwaarde van het RIVM opgenomen. Deze waarde is niet aanpasbaar door de gebruiker.
Calculator biedt een mogelijkheid voor berekening van de warmte-inhoud op basis van waarden voor de oppervlak van de bronopening, de uitstroomsnelheid en de temperatuur van de emissie.
Hoe berekent AERIUS de verspreiding en depositie?
Calculator berekent de depositiebijdrage van de ingevoerde bron met het rekenmodel OPS van het RIVM.
Het OPS model rekent niet met lijnbronnen, alleen aan puntbronnen en oppervlaktebronnen. Een in AERIUS ingevoerde lijnbron wordt daarom door AERIUS omgezet in een reeks puntbronnen en dan ingevoerd in OPS. Wanneer een oppervlaktebron in AERIUS wordt ingevoerd, dan wordt deze door AERIUS opgedeeld in kleinere deel-oppervlaktebronnen, welke vervolgens worden doorgegeven aan OPS.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Emissieberekening mobiele werktuigen
In het kort
Mobiele werktuigen zijn voertuigen die in beginsel geen gebruikmaken van de openbare weg en bijvoorbeeld worden ingezet in de landbouw of bij bouwprojecten. Voorbeelden van mobiele werktuigen zijn graafmachines, bulldozers en tractoren. Ook voor een specifieke functie verbouwde bestel- of vrachtwagens, zoals ambulances, vuilniswagens en betonwagens, worden beschouwd als mobiele werktuigen.
De emissies van mobiele werktuigen zijn afhankelijk van de emissienormen die van toepassing zijn op het desbetreffende mobiele werktuig (stageklassen).
Indien voor een mobiel werktuig met een dieselmotor de stageklasse bekend is, kan de gebruiker het jaarlijkse dieselverbruik per stageklasse invoeren. AERIUS berekent vervolgens de emissies van stikstofoxiden (NOX) op basis van generieke gegevens over de NOX emissie per liter brandstof per stageklasse.
Indien de stageklasse onbekend is, of wanneer het mobiele werktuig buiten de categorieën met stageklassen valt die in AERIUS zijn opgenomen, kan een gebruiker in AERIUS zelf de totale emissies NOX van het desbetreffende mobiele werktuig invoeren, of deze berekenen aan de hand van kenmerken van het mobiele werktuig, zoals het vermogen en het aantal draaiuren.
Hoe berekent AERIUS de emissies van mobiele werktuigen?
Berekening emissies op basis van brandstofverbruik per stageklasse
AERIUS berekent met onderstaande formule de emissie NOX van mobiele werktuigen met een dieselmotor waarvoor de stageklasse bekend is:
\[
E_{MW}=\sum_S\ {B_{LJ,S}*EF}_S*\frac{1}{1000}
\]
met:
EMW = Totale emissie NOX door alle ingevoerde mobiele werktuigen (kg/jaar)
BLJ,S = Brandstofverbruik in liters per jaar per stageklasse S (liters/jaar)
EFS = Emissiefactor NOX per stageklasse S (gram/liter diesel)
De gebruiker geeft per stageklasse het brandstofverbruik aan in liters per jaar (BLJ,S). De emissiefactoren NOX per stageklasse (EFS), zijn bepaald op basis van gegevens van het Emissiemodel Mobiele Machines.
Berekening emissies wanneer stageklasse niet bekend is (eigen typering)
Een gebruiker kan in AERIUS een waarde voor de totale emissies NOX van het desbetreffende mobiele werktuig invoeren. AERIUS biedt de gebruiker ook ondersteuning bij het berekenen van deze totale emissie. Daarvoor is een zogenoemde rekenmachine ontwikkeld waarin de gebruiker een keuze kan maken tussen een berekening op basis van ‘draaiuren’ en op basis van ‘brandstofverbruik’.
Bij de keuze voor ‘draaiuren’ berekent AERIUS de emissie NOX met onderstaande formule:
\[
E_{MW}=W*B*G*EF*\frac{1}{1000}
\]
met:
EMW = Totale emissie NOX door alle ingevoerde mobiele werktuigen (kg/jaar)
W = Het gemiddelde volle vermogen van dit mobiele werktuig (kW)
B = Het gedeelte van het volle vermogen van dit mobiele werktuig dat daadwerkelijk wordt gebruikt (%)
G = Het aantal uren dat dit mobiele werktuig gemiddeld wordt gebruikt (uren/jaar)
EF = Emissiefactor NOX (gram/kWh)
De gebruiker voert zelf waarden in voor het vermogen, de belasting, het aantal draaiuren en de emissiefactor. Waar mogelijk gaat AERIUS uit van defaultwaarden.
Bij de keuze voor ‘brandstofverbruik’ berekent AERIUS de emissie NOX met onderstaande formule:
\[
E_{MW}=\frac{B_{LJ}}{R_{LK}}*EF*\frac{1}{1000}
\]
\[
R_{LK}=\frac{1}{{\rho{}}_D}*R_{GK}*\frac{1}{1000}
\]
met
EMW =Totale emissie NOX van het ingevoerde mobiele werktuig (kg/jaar)
BLJ = Brandstofverbruik in liters per jaar (liters/jaar)
RLK = Rendement: brandstof in liters per geleverde kilowattuur (liters/kWh)
EF = Emissiefactor NOX van het ingevoerde mobiele werktuig (gram/kWh)
RGK = Rendement: brandstof in grammen brandstof per geleverde kilowattuur (gram/kWh)
PD = Soortelijk gewicht van diesel (kg/liter) = 0,84 kg/liter
De gebruiker voert zelf waarden in voor het vermogen, de belasting, het aantal draaiuren en de emissiefactor. Waar mogelijk gaat AERIUS uit van defaultwaarden.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Mobiele werktuigen - stage klasse categorieën
Kenmerken
- Thema
- Mobiele werktuigen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 26-01-2015
Beschrijving gegevensset
AERIUS onderscheidt twee opties voor de berekening van de emissies door mobiele werktuigen:
- berekening emissies op basis van brandstofverbruik per stageklasse
- berekening emissies op basis van een eigen typering.
De stageklassen betreffen emissienormen voor mobiele werktuigen en zijn afhankelijk van het bouwjaar en het vermogen van het mobiele werktuig. Bij de emissieberekening op basis van brandstofverbruik per stageklasse, rekent AERIUS met categorieën stageklassen en emissiefactoren die betrekking hebben op dieselmotoren en zijn overgenomen uit het Emissiemodel Mobiele Machines (TNO.2009). Dit emissiemodel van TNO wordt ook gebruikt in het project Emissieregistratie en het GCN/GDN proces.
Verantwoording gegevensset
De emissiefactoren stageklassen (dieselmotoren) voor mobiele werktuigen zijn afgeleid van de gegevens in de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Emissiemodel Mobiele Machines (EMMA) | PlanBureau voor de Leefomgeving | 2009 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd.
- ValidatieDe data wordt omgezet naar een machine-leesbaar-formaat.
- TransformatieOp basis van de gepubliceerde data worden door AERIUS emissiefactoren afgeleid (zie GTP). De afgeleide data wordt vervolgens automatisch getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
mobile_source_off_road_categories
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
mobile_source_off_road_category_id | int2.PRIKEY | nvt | Unieke identificatie van de cateogrie |
code | text.PRIKEY | nvt | Unieke code van de categorie |
name | text.PRIKEY | nvt | Naam van het mobiele werktuig |
description | text | nvt | Omschrijving van het mobiele werktuig |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Mobiele werktuigen - stage klasse emissiefactoren
Kenmerken
- Thema
- Mobiele werktuigen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 26-01-2015
Beschrijving gegevensset
AERIUS onderscheidt twee opties voor de berekening van de emissies door mobiele werktuigen:
- berekening emissies op basis van brandstofverbruik per stageklasse
- berekening emissies op basis van een eigen typering.
De stageklassen betreffen emissienormen voor mobiele werktuigen en zijn afhankelijk van het bouwjaar en het vermogen van het mobiele werktuig. Bij de emissieberekening op basis van brandstofverbruik per stageklasse, rekent AERIUS met categorieën stageklassen en emissiefactoren die betrekking hebben op dieselmotoren en zijn overgenomen uit het Emissiemodel Mobiele Machines (TNO.2009). Dit emissiemodel van TNO wordt ook gebruikt in het project Emissieregistratie en het GCN/GDN proces.
Verantwoording gegevensset
De emissiefactoren stageklassen (dieselmotoren) voor mobiele werktuigen zijn afgeleid van de gegevens in de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Emissiemodel Mobiele Machines (EMMA) | PlanBureau voor de Leefomgeving | 2009 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data worden door de bronhouder gepubliceerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data worden door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieOp basis van de gepubliceerde data worden door AERIUS emissiefactoren afgeleid (zie GTP). De afgeleide data worden vervolgens automatisch getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
mobile_source_off_road_category_emission_factors
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
mobile_source_off_road_category_id | int2.PRIKEY | nvt | |
substance_id | int2 | nvt | |
emission_factor | float4 |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Mobiele werktuigen – eigen typering categorieën
Kenmerken
- Thema
- Mobiele werktuigen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 03-11-2015
Beschrijving gegevensset
AERIUS onderscheidt twee opties voor de berekening van de emissies door mobiele werktuigen:
- berekening emissies op basis van brandstofverbruik per stageklasse, en
- berekening emissies op basis van een eigen typering.
Bij de ‘eigen typering’ kan de gebruiker zelf de totale emissies invoeren, maar er kan ook voor worden gekozen deze te berekenen op basis van draaiuren of brandstofverbruik. Bij berekening op basis van draaiuren of brandstofverbruik biedt AERIUS de mogelijkheid te kiezen uit een aantal categorieën van mobiele werktuigen. Voor elke categorie hanteert AERIUS (aanpasbare) defaultwaarden voor het vermogen (kW), de belasting (%), de efficiency (g/kWh) en de NOX emissiefactor (g/kWh).
De categorieën en waarden zijn overgenomen uit het Emissiemodel Mobiele Machines (TNO.2009). Dit emissiemodel van TNO wordt ook gebruikt in het project Emissieregistratie en het GCN/GDN proces. Selecteren van een categorie is optioneel. Een gebruiker kan zelf een categorie definiëren en waarden voor vermogen, belasting, efficiency en de NOX emissiefactor invoeren.
Verantwoording gegevensset
De categorieën mobiele werktuigen die gekozen kunnen worden bij de optie ‘eigen typering’ betreffen een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Emissiemodel Mobiele Machines (EMMA) | PlanBureau voor de Leefomgeving | 2009 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data worden door de bronhouder gepubliceerd. Door TNO zijn de relevante data geselecteerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data worden door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data worden geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
machinery_types
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
machinery_type_id | int4,PRIKEY | nvt | Type mobiele werktuig |
name | text | nvt | |
sector_id | int4 | nvt | |
sort_order | int4,PRIKEY | nvt |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Mobiele werktuigen – eigen typering emissiefactoren
Kenmerken
- Thema
- Mobiele werktuigen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 09-01-2019
Beschrijving gegevensset
AERIUS onderscheidt twee opties voor de berekening van de emissies door mobiele werktuigen: a. berekening emissies op basis van brandstofverbruik per stageklasse, en b. berekening emissies op basis van een eigen typering. Bij de ‘eigen typering’ kan de gebruiker zelf de totale emissies invoeren, maar er kan ook voor worden gekozen deze te berekenen op basis van draaiuren of brandstofverbruik. Bij berekening op basis van draaiuren of brandstofverbruik biedt AERIUS de mogelijkheid te kiezen uit een aantal categorieën van mobiele werktuigen. Voor elke categorie hanteert AERIUS (aanpasbare) defaultwaarden voor het vermogen (kW), de belasting (%), de efficiency (g/kWh) en de NOX emissiefactor (g/kWh). De categorieën en waarden zijn overgenomen uit het Emissiemodel Mobiele Machines (TNO.2009). Dit emissiemodel van TNO wordt ook gebruikt in het project Emissieregistratie en het GCN/GDN proces. Selecteren van een categorie is optioneel. Een gebruiker kan zelf een categorie definiëren en waarden voor vermogen, belasting, efficiency en de NOX emissiefactor invoeren.
Verantwoording gegevensset
De NOx emissiefactoren van de categorieën mobiele werktuigen die gekozen kunnen worden bij de optie ‘eigen typering’ betreffen een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Emissiemodel Mobiele Machines (EMMA) | PlanBureau voor de Leefomgeving | 2015 |
Addendum emissiefactoren Mobiele werktuigen obv eigen typering | RIVM | 2015 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data worden door de bronhouder gepubliceerd. Door TNO zijn de relevante data geselecteerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data worden door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data worden geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
machinery_type_emission_factors
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
emission_factor | float4 | g/kWh | Efficiency van de motor (gram brandstof benodigd voor 1 kWh) |
machinery_fuel_type_id | int4 | nvt | Type brandstof |
machinery_type_id | int4 | nvt | Type werktuig |
substance_id | int4 | nvt | Unieke identificatie van de stof |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Mobiele werktuigen – eigen typering kenmerken
Kenmerken
- Thema
- Mobiele werktuigen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- AERIUS
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 24-02-2015
Beschrijving gegevensset
AERIUS onderscheidt twee opties voor de berekening van de emissies door mobiele werktuigen:
- berekening emissies op basis van brandstofverbruik per stageklasse, en
- berekening emissies op basis van een eigen typering.
Bij de ‘eigen typering’ kan de gebruiker zelf de totale emissies invoeren, maar er kan ook worden gekozen deze te berekenen op basis van draaiuren of brandstofverbruik. Bij berekening op basis van draaiuren of brandstofverbruik biedt AERIUS de mogelijkheid te kiezen uit een aantal categorieën van mobiele werktuigen. Voor elke categorie hanteert AERIUS (aanpasbare) defaultwaarden voor het vermogen (kW), de belasting (%), de efficiency (g/kWh) en de NOX emissiefactor (g/kWh).
De categorieën en waarden zijn overgenomen uit het Emissiemodel Mobiele Machines (TNO.2009). Dit emissiemodel van TNO wordt ook gebruikt in het project Emissieregistratie en het GCN/GDN proces. Selecteren van een categorie is optioneel. Een gebruiker kan zelf een categorie definiëren en waarden voor brandstoftype, vermogen, belasting, efficiency en de NOX emissiefactor invoeren.
Verantwoording gegevensset
De kenmerken 'vermogen', 'belasting' , 'efficiency' en 'type brandstof' van de categorieën mobiele werktuigen die gekozen kunnen worden bij de optie ‘eigen typering’ betreffen een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
TNO. Emissiemodel Mobiele Machines (EMMA) | PlanBureau voor de Leefomgeving | 2009 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data worden door de bronhouder gepubliceerd. Door TNO zijn de relevante data geselecteerd.
- ValidatieDe gepubliceerde data worden door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd
- TransformatieDe gepubliceerde data worden geautomatiseerd getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
machinery_type_fuel_options
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
energy_efficiency | float4 | g/kWh | Efficiency van de motor (gram brandstof benodigd voor 1 kWh) |
load | float4 | % | belasting |
machinery_fuel_type_id | int4 | nvt | Type brandstof |
machinery_type_id | int4.PRIKEY | nvt | Type werktuig |
power | int4 | kW | Vermogen |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Landbouw
In het kort
Binnen de sector Landbouw maakt AERIUS onderscheid tussen de broncategorieën stalemissies, mestopslag, beweiding, mestaanwending en glastuinbouw. AERIUS berekent de depositiebijdragen van deze bronnen met het rekenmodel OPS van het RIVM. AERIUS gaat daarbij uit van bronkenmerken die deels door de gebruiker zijn ingevoerd en deels als defaultwaarden in AERIUS zijn opgenomen.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage van stalemissies?
Calculator berekent de stalemissies ammoniak (NH3) op basis van de kenmerken van het stalsysteem en het aantal dierplaatsen per stalsysteem (emissieberekening stallen).
Wanneer de bron is ingevoerd als puntbron, dan voert de gebruiker waarden in voor de volgende bronkenmerken:
- de hoogte van de emissies
- de warmte-inhoud.
Wanneer de bron is ingevoerd als vlakbron, kan de gebruiker ook de zogenoemde spreiding in de emissiehoogte invoeren.
Voor de hoogte, spreiding en warmte-inhoud zijn in Calculator standaardwaarden opgenomen. Deze waarden komen overeen met de gemiddelde waarden voor bronnen binnen deze sector die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten (GCN bronkenmerken). De gebruiker kan deze standaardwaarden aanpassen op basis van de bronspecifieke situatie. Voor de zogenoemde etmaalvariatie is ook een standaardwaarde van het RIVM opgenomen. Deze waarde is niet aanpasbaar door de gebruiker.
Calculator biedt een mogelijkheid voor berekening van de warmte-inhoud op basis van waarden voor de oppervlak van de bronopening, de uitstroomsnelheid en de temperatuur van de emissie.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage van overige landbouwbronnen?
Wanneer de bron is ingevoerd als puntbron, dan voert de gebruiker waarden in voor de volgende bronkenmerken:
- de emissies NH3 en/of NOX
- de hoogte van de emissies
- de warmte-inhoud.
Wanneer de bron is ingevoerd als vlakbron, kan de gebruiker ook de zogenoemde spreiding in de emissiehoogte invoeren.
Voor de hoogte, spreiding en warmte-inhoud zijn in Calculator standaardwaarden opgenomen. Deze waarden komen overeen met de gemiddelde waarden voor bronnen binnen deze sector die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten (GCN bronkenmerken). De gebruiker kan deze standaardwaarden aanpassen op basis van de bronspecifieke situatie. Voor de zogenoemde etmaalvariatie is ook een standaardwaarde van het RIVM opgenomen. Deze waarde is niet aanpasbaar door de gebruiker.
Calculator biedt een mogelijkheid voor berekening van de warmte-inhoud op basis van waarden voor de oppervlak van de bronopening, de uitstroomsnelheid en de temperatuur van de emissie.
Hoe berekent AERIUS de verspreiding en depositie van landbouwbronnen?
Calculator berekent de depositiebijdrage van de ingevoerde bron met het rekenmodel OPS van het RIVM. OPS rekent alleen voor puntbronnen. Dit betekent dat een vlakbron eerst wordt omgezet in puntbronnen.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Emissieberekening stallen
In het kort
Calculator berekent de emissie van ammoniak (NH3) van een stal op basis van het aantal dierplaatsen per stalsysteem dat door de gebruiker is ingevoerd.
Wanneer een gebruiker een additionele techniek, emissiereducerende techniek of voer- en managementmaatregel toevoegt, wordt het effect hiervan meegenomen in de emissieberekening.
Hoe berekent Calculator de stalemissies?
De berekende stalemissies in Calculator zijn afhankelijk van de ingevoerde stalkenmerken. Calculator maakt daarbij onderscheid tussen:
- het huisvestingssysteem
- additionele technieken
- emissiereducerende technieken
- voer- en managementmaatregelen.
Calculator berekent de totale emissie (NH3) per stal met onderstaande formule:
met:
etot = totale emissie stal (kg/jaar)
asys = aantal dieren in het huisvestingssysteem
efsys = emissiefactor huisvestingssysteem (kg/dierplaats/jaar)
aadd = aantal dieren bij additionele techniek
efadd = emissiefactor additionele techniek (kg/dierplaats/jaar)
rfred = reductiefactor emissiereducerende techniek
rfmtot = reductiefactor voer- en managementmaatregelen
Voor de emissiefactor huisvestingssysteem (efsys) wordt uitgegaan van de emissiefactoren zoals gepubliceerd in de Regeling ammoniak en veehouderij (RAV) en beschreven in de factsheet stalsystemen-emissiefactoren.
Bepalen reductiefactor (rfmtot) bij meer dan één voer- en managementmaatregel
Indien in een huisvestingssysteem meer dan één voer- of managementmaatregel, zoals opgenomen in bijlage 2 van de RAV, wordt toegepast, bepaalt Calculator de reductiefactor rfmtot met de volgende formule:
met:
rfmtot = reductiefactor alle maatregelen gecombineerd (afronden op 5%)
rfvmaat = reductiefactor vloer van een maatregel
rfkmaat = reductiefactor mestkelder van een maatregel
avdier = aandeel ammoniakemissie afkomstig van vloer bij een diercategorie
akdier = aandeel ammoniakemissie afkomstig van kelder bij een diercategorie
De bovenstaande formule volgt uit de bepalingen in bijlage 3 van de RAV. De waarden zijn gepubliceerd in de RAV en beschreven in de factsheets stalsystemen-reductiepercentages maatregelen en stalsystemen-aandeel ammoniakemissies vloer en mestkelder.
Bepalen emissiefactor huisvestingssysteem (efsys) bij combinatie van een emissiearm huisvestingssysteem en een luchtwassysteem
Bij stalsystemen kan binnen een diercategorie onderscheid worden gemaakt tussen een traditioneel huisvestingssysteem en één of meer emissiearme huisvestingssystemen. Voor enkele combinaties van emissiearme stalsystemen en emissiereducerende maatregelen geldt een afwijkende emissieberekening. Het gaat om combinaties van:
- een emissiearm huisvestingssysteem, niet zijnde een luchtwassysteem, met een reductiepercentage van meer dan 70% ten opzichte van het traditionele huisvestingssysteem van de desbetreffende diercategorie, en
- een luchtwassysteem.
Voor bovenstaande combinaties geldt dat de emissiefactor van het stalsysteem (efsys) wordt begrensd op 30% van de emissiefactor van het traditionele huisvestingssysteem (ef0). In Calculator is deze voorwaarde geïmplementeerd door toepassing van de onderstaande formule in situaties waarbij een luchtwassysteem wordt gecombineerd met een emissiearm huisvestingssysteem.
De bovenstaande formule volgt uit de bepalingen in eindnoot 3 in bijlage 1 van de RAV.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - aandeel ammoniakemissies vloer en mestkelder
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 25-06-2015
Beschrijving gegevensset
De voer- en managementmaatregelen dragen bij aan het verminderen van de emissie van de vloer en/of het verminderen van de emissie uit de mestkelder. Als twee maatregelen worden toegepast waarbij het reductiepercentage voor de vloeremissies verschilt van het reductiepercentage voor de kelderemissies, wordt bij het berekenen van het totale reductiepercentage rekening gehouden met het aandeel van de totale ammoniakemissies afkomstig van de vloer, en het aandeel van de totale ammoniakemissie uit de mestkelder. Deze gegevensset omvat waarden voor de aandelen in de emissies van de vloer en uit de mestkelder. De aandelen zijn afhankelijk van de diercategorie waarop de voer- en managementmaatregelen betrekking hebben.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Regeling ammoniak en veehouderij | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 23 juni 2015 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe gegevens worden beschikbaar gesteld via een webpublicatie.
- HarmonisatieDe gegevens worden overgenomen en opgeslagen in een machine-leesbaar formaat.
- ValidatieDe gegevens worden door een inhoudsdeskundige gevalideerd.
- TransformatieDe gegevens worden automatisch getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
farm_lodging_fodder_measures_animal_category
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_lodging_fodder_measure_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie voer- en managementmaatregel |
farm_animal_category_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie diercategorie |
proportion_floor | float | Percentage | Verhouding vloer |
proportion_cellar | float | Percentage | Verhouding kelder |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - additionele technieken
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 17-06-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de additionele systemen conform de bijlagen bij de Regeling ammoniak en veehouderij.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset wordt geëxtraheerd uit de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
RAV | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 26 april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder online gepubliceerd. Aangezien de bron niet machine leesbaar beschikbaar is wordt de bron verwerkt door BIJ12.
- HarmonisatieDe bron zoals geleverd door BIJ12 hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe bron wordt conform het gegevensleveringsprotocol gevalideerd. Een verschilanalyse wordt teruggeleverd aan de leverancier.
- TransformatieDe gevalideerde tabel wordt geautomatiseerd ingelezen in de database.
Velden databasetabel
farm_lodging_types
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_additional_lodging_system_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het additionele systeem |
farm_animal_category_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het huisvestingssysteem |
code | text | n.v.t. | Code zoals gebruikt in IMAER |
name | text | n.v.t. | Code conform RAV |
description | text | n.v.t. | Omschrijving conform RAV |
scrubber | boolean | n.v.t. | Waarde (ja/nee) of huisvestingssysteem een luchtwasser is |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - diercategorieën
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 17-06-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de diercategorieën conform de bijlagen bij de Regeling ammoniak en veehouderij.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset wordt geëxtraheerd uit de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
RAV | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 26 april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder online gepubliceerd. Aangezien de bron niet machine leesbaar beschikbaar is wordt de bron verwerkt door BIJ12.
- HarmonisatieDe bron zoals geleverd door BIJ12 hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe bron wordt conform het gegevensleveringsprotocol gevalideerd. Een verschilanalyse wordt teruggeleverd aan de leverancier.
- TransformatieDe gevalideerde tabel wordt geautomatiseerd ingelezen in de database.
Velden databasetabel
farm_animal_categories
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_animal_category_id | int4.PRIKEY | n.v.t. | Unieke identificatie van de diercategorie |
code | text | n.v.t. | Code zoals gebruikt in IMAER |
name | text | n.v.t. | Code conform RAV |
description | text | n.v.t. | Omschrijving conform RAV |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - emissiefactoren
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 17-06-2019
Beschrijving gegevensset
De emissiefactoren stalsystemen zijn emissiefactoren voor de emissie vanuit dierenverblijven, inclusief de emissie van de mest die in het dierenverblijf is opgeslagen. De emissiefactoren geven voor verschillende combinaties van stalsystemen en dierverblijven waarden voor de emissie ammoniak (NH3) in kilogram per dierplaats per jaar. De gehanteerde emissiefactoren worden gepubliceerd in de Regeling ammoniak en veehouderij.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is gebaseerd op de volgende bronnen:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
RAV | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 26 april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder online gepubliceerd. Aangezien de bron niet machine leesbaar beschikbaar is wordt de bron verwerkt door BIJ12.
- HarmonisatieDe bron zoals geleverd door BIJ12 hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe bron wordt conform het gegevensleveringsprotocol gevalideerd. Een verschilanalyse wordt teruggeleverd aan de leverancier.
- TransformatieDe gevalideerde tabel wordt geautomatiseerd ingelezen in de database.
Velden databasetabel
farm_lodging_type_emission_factors
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_lodging_type_id | int4.PRIKEY | ||
substance_id | int2 | n.v.t | Unieke identificatie van de stof |
emission_factor | float4 | Emissie (kg per dierplaats per jaar) |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - gerelateerd traditioneel huisvestingssysteem
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 17-06-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de relatie tussen het huisvestingsysteem en het gerelateerd traditionele huisvestingsysteem conform de bijlagen bij de Regeling ammoniak en veehouderij. De relatie is nodig voor het juist berekenen van de emissie bij combinatie van systemen.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset wordt geëxtraheerd uit de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
RAV | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 26 april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder online gepubliceerd. Aangezien de bron niet machine leesbaar beschikbaar is wordt de bron verwerkt door BIJ12.
- HarmonisatieDe bron zoals geleverd door BIJ12 hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe bron wordt conform het gegevensleveringsprotocol gevalideerd. Een verschilanalyse wordt teruggeleverd aan de leverancier.
- TransformatieDe gevalideerde tabel wordt geautomatiseerd ingelezen in de database.
Velden databasetabel
farm_lodging_types_other_lodging_type
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_lodging_type_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het huisvestingsysteem |
farm_other_lodging_type_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het gerelateerde traditionele systeem |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - huisvestingssystemen
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 17-06-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de huisvestingssystemen conform de bijlagen bij de Regeling ammoniak en veehouderij.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset wordt geëxtraheerd uit de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
RAV | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 26 april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder online gepubliceerd. Aangezien de bron niet machine leesbaar beschikbaar is wordt de bron verwerkt door BIJ12.
- HarmonisatieDe bron zoals geleverd door BIJ12 hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe bron wordt conform het gegevensleveringsprotocol gevalideerd. Een verschilanalyse wordt teruggeleverd aan de leverancier.
- TransformatieDe gevalideerde tabel wordt geautomatiseerd ingelezen in de database.
Velden databasetabel
farm_lodging_types
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_lodging_type_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van de diercategorie |
farm_animal_category_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het huisvestingssysteem |
code | text | n.v.t. | Code zoals gebruikt in IMAER |
name | text | n.v.t. | Code conform RAV |
description | text | n.v.t. | Omschrijving conform RAV |
scrubber | boolean | n.v.t. | Waarde (ja/nee) of huisvestingssysteem een luchtwasser is |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - reducerende systemen
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 17-06-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de reducerende systemen conform de bijlagen bij de Regeling ammoniak en veehouderij. Een voorbeeld van een reducerend systeem is een luchtwasser.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset wordt geëxtraheerd uit de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
RAV | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 26 april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder online gepubliceerd. Aangezien de bron niet machine leesbaar beschikbaar is wordt de bron verwerkt door BIJ12.
- HarmonisatieDe bron zoals geleverd door BIJ12 hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe bron wordt conform het gegevensleveringsprotocol gevalideerd. Een verschilanalyse wordt teruggeleverd aan de leverancier.
- TransformatieDe gevalideerde tabel wordt geautomatiseerd ingelezen in de database.
Velden databasetabel
farm_reductive_lodging_systems
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_reductive_lodging_system_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het reducerende systeem |
farm_animal_category_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het huisvestingssysteem |
code | text | n.v.t. | Code zoals gebruikt in IMAER |
name | text | n.v.t. | Code conform RAV |
description | text | n.v.t. | Omschrijving conform RAV |
scrubber | boolean | n.v.t. | Waarde (ja/nee) of reducerende systeem een luchtwasser is |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - reductiepercentages maatregelen
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 23-06-2015
Beschrijving gegevensset
De reductiepercentages hebben betrekking op voer- en managementmaatregelen voor verschillende diercategorieën. De maatregelen en bijbehorende reductiepercentages zijn gepubliceerd in de Regeling ammoniak en veehouderij.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Regeling ammoniak en veehouderij | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 23 juni 2015 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe gegevens worden beschikbaar gesteld via een webpublicatie.
- HarmonisatieDe gegevens worden overgenomen en opgeslagen in een machine-leesbaar formaat.
- ValidatieDe gegevens worden door een inhoudsdeskundige gevalideerd.
- TransformatieDe gegevens worden automatisch getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
farm_lodging_fodder_measure_reduction_factors
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_lodging_fodder_measure_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie voer- en managementmaatregel |
substance_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van de stof |
reduction_factor_floor | float | percentage | Reductiefactor emissie vloer |
reduction_factor_cellar | float | percentage | Reductiefactor emissie kelder |
reduction_factor_total | float | percentage | Resulterende reductiefactor vloer en kelder |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - stalbeschrijvingen
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- concept
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 17-06-2019
Beschrijving gegevensset
De gegevensset bevat de code van de stalbeschrijving conform de bijlagen bij de Regeling ammoniak en veehouderij. De werkelijke stalbeschrijving is terug te vinden op de site van Kenniscentrum InfoMil.
Verantwoording gegevensset
De gegevensset wordt geëxtraheerd uit de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
RAV | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 26 april 2019 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder online gepubliceerd. Aangezien de bron niet machine leesbaar beschikbaar is wordt de bron verwerkt door BIJ12.
- HarmonisatieDe bron zoals geleverd door BIJ12 hoeft niet te worden geharmoniseerd.
- ValidatieDe bron wordt conform het gegevensleveringsprotocol gevalideerd. Een verschilanalyse wordt teruggeleverd aan de leverancier.
- TransformatieDe gevalideerde tabel wordt geautomatiseerd ingelezen in de database.
Velden databasetabel
farm_lodging_system_definitions
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_lodging_system_definition_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie van het reducerende systeem |
code | text | n.v.t. | Code zoals gebruikt in IMAER |
name | text | n.v.t. | Code conform RAV |
description | text | n.v.t. | Omschrijving conform RAV |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Stalsystemen - voer- en managementmaatregelen
Kenmerken
- Thema
- Landbouw
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- adhoc
- Laatste update
- 23-06-2015
Beschrijving gegevensset
De gegevenset bevat de voer- en managementmaatregelen conform de bijlagen bij de Regeling ammoniak en veehouderij. De beschrijving van de maatregelen is te vinden op de site van Kenniscentrum Infomil.
Verantwoording gegevensset
De gegevens zijn geëxtraheerd uit de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Regeling ammoniak en veehouderij | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 23 juni 2015 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe bron wordt door de bronhouder online gepubliceerd.
- HarmonisatieDe bron wordt semi-automatisch uitgelezen om te tabel met diercategorieën te genereren.
- ValidatieDe tabel wordt door een inhoudsdeskundige gevalideerd.
- TransformatieDe gevalideerde tabel wordt geautomatiseerd ingelezen in de database.
Velden databasetabel
farm_lodging_fodder_measures
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
farm_lodging_fodder_measure_id | int4 | n.v.t. | Unieke identificatie voer- en managementmaatregel |
code | text | n.v.t. | Code zoals gebruikt in IMAER |
name | text | n.v.t. | Code conform RAV |
description | text | n.v.t. | Omschrijving van de maatregel conform RAV |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen sector Plannen
In het kort
Voor een ruimtelijk plan zijn niet altijd gedetailleerde gegevens beschikbaar over de emissiebronnen. Dat geldt bijvoorbeeld voor bestemmingsplannen en structuurvisies. AERIUS kan voor deze plannen de depositiebijdrage indicatief berekenen op basis van een indicator voor de omvang van het plan, zoals het aantal woningen of het vloeroppervlak van kantoren. AERIUS berekent de depositiebijdragen van deze bronnen met het rekenmodel OPS van het RIVM.
Op basis van welke bronkenmerken berekent AERIUS de depositiebijdrage van plannen?
Calculator berekent de emissies stikstofoxiden (NOX) en ammoniak (NH3) op basis van de waarden voor de omvang van het plan die de gebruiker invoert (emissieberekening ruimtelijke plannen). De methode van emissieberekening is afhankelijk van de bronsector waarbinnen het plan valt. Calculator onderscheidt de volgende typeringen:
- woningen (nieuwbouw)
- kantoren en winkels
- glastuinbouw
- elektriciteitscentrale
- industrie
- afvalverwerking
- voedings- en genotmiddelen.
De sectoren waarbinnen het plan valt bepaalt ook de waarden voor de overige bronkenmerken (hoogte, spreiding, warmte-inhoud en etmaalvariatie) waarvan Calculator uitgaat bij de depositieberekening. Deze waarden komen overeen met de gemiddelde waarden voor bronnen binnen deze sectoren die RIVM hanteert bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten (GCN bronkenmerken). Deze waarden zijn niet aanpasbaar door de gebruiker.
Hoe berekent AERIUS de verspreiding en depositie van ruimtelijke plannen?
Calculator berekent de depositiebijdrage van de ingevoerde bron met het rekenmodel OPS van het RIVM. OPS rekent alleen voor puntbronnen. Dit betekent dat een vlakbron op puntbron eerst wordt omgezet in puntbronnen.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Emissieberekening ruimtelijke plannen
In het kort
Voor een ruimtelijk plan zijn niet altijd gedetailleerde gegevens beschikbaar over de emissiebronnen. Dat geldt bijvoorbeeld voor bestemmingsplannen en structuurvisies. AERIUS kan voor deze plannen de emissies berekenen op basis van een indicator voor de omvang van het plan, zoals het aantal woningen of het vloeroppervlak van kantoren. AERIUS gaat daarbij uit van standaard emissiefactoren per indicator die zijn afgeleid van gegevens uit de Emissieregistratie.
Hoe wordt de emissie van een plan berekend?
Calculator berekent de indicatieve emissies van een ruimtelijk plan met onderstaande formule:
\[
E_{plan}=\ \ \sum_s{(X}_s*E_s)
\]
met
Eplan = Totale emissie van het plan (kg/jaar)
Xs = Planomvang van een emissiebron in (sub)sector s (uitgedrukt in eenheid Y)
Es = Emissiefactor van de (sub)sector s (kg/jaar/Y)
De gebruiker kan per sector volstaan met het invoeren van de planomvang, uitgedrukt in de eenheid waarvoor de standaard emissiefactoren zijn vastgesteld.
Wanneer een plan meerdere sectoren omvat, berekent AERIUS eerst de emissies per sector en telt deze vervolgens bij elkaar op.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Ruimtelijke plannen - categorieën
Kenmerken
- Thema
- Plannen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- RIVM
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 07-07-2018
Beschrijving gegevensset
Voor een ruimtelijk plan zijn niet altijd gedetailleerde gegevens beschikbaar over de emissiebronnen. Dat geldt bijvoorbeeld voor bestemmingsplannen en structuurvisies. AERIUS berekent voor verschillende categorieën plannen de emissies op basis van een indicator voor de omvang van het plan (emissiefactoren ruimtelijke plannen), zoals het aantal woningen of het vloeroppervlak van kantoren. AERIUS gaat daarbij uit van standaard emissiefactoren per indicator die zijn afgeleid van gegevens uit de Emissieregistratie.
Verantwoording gegevensset
De categorieën plannen betreffen een gegevensset die is gebaseerd op de volgende bron:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
emissiewaarden_aerius_def_versie_05_juli_2018.xlsx | RIVM | 05 juli 2018 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data is door de bronhouder aangeleverd aan AERIUS.
- HarmonisatieDe data is geharmoniseerd naar een formaat zodat automatische verwerking mogelijk is.
- ValidatieDe data is door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDoor AERIUS is een selectie gemaakt uit de aangeleverde categorieën. De geselecteerde data wordt getransformeerd naar de database. Er worden geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Velden databasetabel
De bronnen worden naar de tabel plan_categories getransformeerd. De volgende velden zijn in deze tabel opgenomen:
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
plan_category_id | int2.PRIKEY | n.v.t | Unieke identificatie van de categorie |
gcn_sector_id | int4 | n.v.t | Unieke identificactie van de GCN-sector |
category_unit | char(4) | n.v.t | Type waarde (aantal. hectares. ton etc.) |
code | text.PRIKEY | n.v.t | Code van de categorie |
name | text.PRIKEY | n.v.t | Naam van de categorie |
description | text | n.v.t | Omschrijving van de categorie |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Ruimtelijke plannen - emissiefactoren
Kenmerken
- Thema
- Plannen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, RIVM
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- onbekend
- Laatste update
- 05-07-2018
Beschrijving gegevensset
Voor een ruimtelijk plan zijn niet altijd gedetailleerde gegevens beschikbaar over de emissiebronnen. Dat geldt bijvoorbeeld voor bestemmingsplannen en structuurvisies. AERIUS berekent voor verschillende categorieën plannen de emissies op basis van een indicator voor de omvang van het plan (emissiefactoren ruimtelijke plannen), zoals het aantal woningen of het vloeroppervlak van kantoren. AERIUS gaat daarbij uit van standaard emissiefactoren per indicator die zijn afgeleid van gegevens uit de Emissieregistratie.
Verantwoording gegevensset
De emissiefactoren plannen betreffen een gegevensset die is gebaseerd op de onderstaande bron. Bij de gegevens voor industrie wordt onderscheid gemaakt tussen een 'onbestreden' emissiefactor (EF) voor NOx en een 'bestreden' emissiefactor. De onbestreden emissiefactor geldt voor een proces waarbij geen aanvullende maatregelen zijn getroffen om de emissie van NOx te verlagen, en de bestreden emissiefactor geldt als er wel maatregelen zijn getroffen. AERIUS rekent voor ruimtelijke plannen standaard met de bestreden emissiefactor. Voor Calculator en Connect zijn op 20 april 2016 de NH3 kentallen voor ruimtelijke plannen geactualiseerd (zie ‘Ammoniakemissie consumenten in relatie tot woningbouw, Door: Werkgroep ammoniak en woningbouw, 29 november 2016 ) en zijn de door de te gebruiken emissiecijfers op nul gezet. Voor MONITOR geldt dat de emissies voor woningen al in de achtergrond zijn meegenomen met (sinds 2016) een emissiefactor van 0,47 kg/jaar.
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
emissiewaarden_aerius_def_versie_05_juli_2018.xlsx |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data is door de bronhouder aangeleverd aan AERIUS.
- HarmonisatieDe data is geharmoniseerd naar een formaat zodat automatische verwerking mogelijk is.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDoor AERIUS is een selectie gemaakt uit de aangeleverde data. Per categorie is daarbij uitgegaan van de worst case waarde voor de emissiefactor. De geselecteerde data wordt getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
De bronnen worden naar de tabel plan_category_emission_factors getransformeerd. De volgende velden zijn in deze tabel opgenomen:
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
plan_category_id | int2.PRIKEY | n.v.t | Unieke waarde voor RIVM categorie emissieregistratie |
substance_id | int2 | n.v.t | |
emission_factor | float4 | Uitstoot van een stof per indicator planomvang |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening depositiebijdrage bronnen op korte afstand van het rekenpunt
In het kort
Wanneer een emissiebron op relatief korte afstand ligt van het rekenpunt, kan AERIUS waarden op dit rekenpunt berekenen die niet representatief zijn voor de gemiddelde depositiebijdrage in het hexagoon. In hexagonen waar dit optreedt, berekent AERIUS Monitor de depositiebijdrage op basis van subrekenpunten.
Hoe berekent AERIUS de depositiebijdrage van een bron dichtbij het rekenpunt?
AERIUS berekent de deposities per hexagoon met een oppervlakte van één hectare. Het rekenpunt ligt in het midden van de hexagoon. De berekende depositie op het rekenpunt wordt toegekend aan de gehele hexagoon van één hectare.
Indien de afstand tussen de emissiebron en het rekenpunt relatief kort is, kan de modelberekening een waarde opleveren die niet representatief is voor de depositiebijdrage op dit rekenpunt. Om dit te voorkomen definieert AERIUS, wanneer een bron binnen het hexagoon valt, in het desbetreffende hexagoon 397 subrekenpunten.
AERIUS berekent de depositie op al deze subrekenpunten. De berekende waarden worden vervolgens gemiddeld om te komen tot een realistische waarde voor de depositie in het gehele hexagoon. Bij deze middeling worden de subrekenpunten meegenomen die tenminste 20 meter van de bron zijn gelegen.
Factsheet
Berekening verspreiding en deposities met OPS
In het kort
AERIUS berekent voor alle bronnen, met uitzondering van het wegverkeer, de verspreiding van de emissies en de depositiebijdrage met het Operationele Prioritaire Stoffen model (OPS). OPS rekent op basis van door de gebruiker ingevoerde of default bronkenmerken èn brononafhankelijke gegevens over de meteorologische condities, terreinruwheid en landgebruik. Wanneer bronnen en rekenpunten op grote afstand van elkaar liggen, wordt een aggregatiemethode toegepast waarbij bronnen op basis van kenmerken worden samengevoegd tot één bron. Met deze methode wordt de rekentijd voor grote berekeningen (veel bronnen of grote afstanden) aanzienlijk verkort. Binnen de sector landbouw wordt deze aggregatiemethode niet toegepast.
Hoe berekent OPS de depositiebijdrage?
OPS berekent de verspreiding van verontreinigende stoffen in de lucht (concentraties). Daarnaast berekent het model hoeveel van die stoffen per hectare op bodem of gewas terechtkomt (depositie). AERIUS Calculator 2019A maakt gebruik van OPS versie 4.6.2.5.
De volgende gegevens vormen de invoer voor OPS:
- bronkenmerken
- gegevens over meteorologische condities, terreinruwheid en landgebruik
Op basis hiervan berekent AERIUS de depositiebijdrage op de rekenpunten.
a) Kenmerken emissiebronnen
De volgende bronkenmerken vormen de invoer voor de verspreidingsberekening met OPS:
- de locatie van de (punt)bron, in x,y-rijksdriehoekcoördinaten (m)
- de bronemissies (g/s)
- de (gemiddelde) uitstoothoogte (m)
- de spreiding in de uitstoothoogte (m)
- de diameter, afgeleid van de geometrie van de bron (m)
- de warmte-inhoud (MW)
- de temporele variatie of etmaalvariatie (-)
De waarden voor deze bronkenmerken zijn afhankelijk van de gegevens die de gebruiker invoert. Afhankelijk van het type bron en de sector hanteert AERIUS voor een deel van de bovenstaande kenmerken defaultwaarden.
b) Brononafhankelijke gegevens
Voor de verspreiding- en depositieberekening zijn verder de volgende gegevens relevant:
- Meteorologische condities. OPS gaat uit van meteorologische gegevens. Hierbij worden zes regio’s onderscheiden. De gegevens per regio zijn afgeleid van de metingen op 19 KNMI meetstations. OPS gaat uit van gemiddelde gegevens over de periode 1995-2004. De OPS documentatie beschrijft in detail de gebruikte gegevens en de bewerkingen op deze gegevens.
- Terreinruwheid en landgebruik. De gegevens over de terreinruwheid en het landgebruik, waar OPS mee rekent, zijn afgeleid van het Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland (LGN).
Een uitgebreide beschrijving van OPS, met verwijzingen naar relevante rapporten, is te vinden op de website van het RIVM.
Hoe aggregeert AERIUS bronnen voordat ze met OPS worden doorgerekend?
Wanneer voor meerdere bronnen op grote afstand van een rekenpunt de depositie moet worden bepaald, kan de rekentijd ongewenst lang zijn. Om voor een dergelijke berekening de rekentijd te verkorten voegt calculator, onder bepaalde voorwaarden, bronnen samen tot een kleiner aantal bronnen. Door te rekenen met minder bronnen wordt de rekentijd versneld, terwijl het resultaat van een geaggregeerde bron op grote afstand hetzelfde is als wanneer de bronnen afzonderlijk worden doorgerekend.
Bronnen worden in calculator per sector (met uitzondering van de sector landbouw) samengevoegd, waarbij binnen de sector weer rekening wordt gehouden met de diversiteit in bronkenmerken. Onderstaand figuur geeft een voorbeeld van deze aggregatie-methode. Links in de figuur is te zien wat de gebruiker heeft ingevoerd (5 bronnen voor de sector industrie) en zijn twee gebieden te zien waar het effect berekend wordt, op 3 en op 60 km afstand. Zonder aggregatie (Calculator 2015) worden alle emissiebronnen apart doorgerekend, zowel voor het gebied dichtbij als het gebied op grote afstand. Met aggregatie (vanaf Calculator 2016) worden de emissiebronnen bij de berekening voor het gebied ver weg binnen een zelfde blok samengevoegd tot 1 bron, zolang het tenminste gaat om bronnen in dezelfde sector én de kenmerken vergelijkbaar genoeg zijn dat aggregatie verantwoord is. In de figuur leidt dit uiteindelijk tot drie resterende emissiebronnen. Voor het gebied op korte afstand wordt niet geaggregeerd.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Berekening warmte-inhoud
In het kort
De warmte-inhoud van een emissiebron beïnvloedt de stijging van de emissies en is relevant voor de verspreidingsberekening. Een gebruiker kan in AERIUS een waarde voor de warmte-inhoud invoeren, maar kan deze ook berekenen. Voor een berekening van de warmte-inhoud zijn gegevens vereist over de temperatuur van de emissie en de uitstroomsnelheid.
Hoe berekent AERIUS de warmte-inhoud?
De warmte-inhoud volgt uit de onderstaande formules:
\[
Q_m=\rho{}{*C}_p*V_0*\left(T-T_a\right)*{}{10}^{-6}
\]
\[
V_0=A*{}v
\]
met
Qm = Warmte-inhoud (MW)
p = Dichtheid van omgevingslucht (kg/m3) = 1,293 kg/m3 bij Ta
Cp = Specifieke warmte omgevingslucht (J/kg.K) = 237*4,19 J/kg.K
V0 = Volumedebiet (m3/s)
T = Temperatuur van de emissie (K)
Ta = Temperatuur van de omgevingslucht (K) = gemiddeld 285K
A = Uitstroom oppervlakte (m2)
v = Uitstroom snelheid (m/s)
Invullen van de bovenstaande constanten levert de volgende vergelijking op:
\[Q_m=1,28398779*A*v*\left(T-285\right)*{10}^{-3}\]
De gebruiker verkrijgt de warmte-inhoud door de vervolgende gegevens in te voeren:
- de temperatuur van de emissie
- de uitstroom oppervlakte
- de uitstroom snelheid.
De toegepaste formule is conform het Nieuw Nationaal Model (zie de website van InfoMil).
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Bronkenmerken sectoren GCN/GDN
Kenmerken
- Thema
- Algemeen
- Source type
- enkelvoudige bron
- Bronhouders
- RIVM
- GLP
- in voorbereiding
- GTP
- in voorbereiding
- Periodiciteit
- jaarlijks
- Laatste update
- 17-06-2016
Beschrijving gegevensset
Deze gegevensset geeft voor de verschillende bronsectoren die het RIVM onderscheidt bij het opstellen van de GCN/GDN kaarten een overzicht van de bronkenmerken die relevant zijn voor verspreidingsberekeningen met het rekenmodel OPS van het RIVM. Het gaat om de volgende bronkenmerken:
- warmte-inhoud
- uitstoothoogte
- spreiding
- etmaalvariatie.
De waarden voor de warmte-inhoud, uitstoothoogte en spreiding van verschillende sectoren zijn toegelicht in een aparte notitie.
Verantwoording gegevensset
De gegevens zijn afgeleid van de volgende aangeleverde gegevens:
Bron | Eigenaar | Sinds |
---|---|---|
Bronbestanden GCN/GDN kaarten | RIVM | april 2015 |
Beschrijving proces
- InventarisatieDe data wordt door de bronhouder gepubliceerd.
- HarmonisatieDe data wordt omgezet naar een machine-leesbaar-formaat.
- ValidatieDe gepubliceerde data wordt door een inhoudsdeskundige steekproefsgewijs geverifieerd.
- TransformatieDe gepubliceerde data wordt geautomatiseerd getransformeerd naar de database.
Velden databasetabel
gcn_sector_source_characteristics
Veld | Type | Eenheid | Omschrijving |
---|---|---|---|
particle_size_distribution | int4 | ||
heat_content | float4 | Mw | Warmte-output |
spread | float4 | meter | Spreiding |
height | float4 | meter | Uitstoothoogte |
gcn_sector_id | int4,PRIKEY | ||
substance_id | int2 | ||
diurnal_variation | int4 |
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Gebruik hexagonen in AERIUS
In het kort
AERIUS berekent de deposities per hexagoon (zeshoek) met een oppervlakte van één hectare. Het rekenpunt ligt in het midden van de hexagoon. De berekende depositie op het rekenpunt wordt toegekend aan de gehele hexagoon van één hectare. AERIUS toont de berekende waarden ook per hexagoon. De getoonde hexagonen kunnen een oppervlakte hebben dat groter is dan één hectare. Dit hangt af van het gekozen zoomlevel. Voor elk zoomlevel is de weergegeven waarde gelijk aan de berekende waarde voor het rekenpunt in het midden van de betreffende hexagoon.
Waarom rekenen met hexagonen?
De keuze voor een hexagonaal grid is gebaseerd op de volgende voordelen:
- Het hexagonale grid heeft als voordeel ten opzichte van een vierkant grid dat alle afstanden binnen het grid equidistant zijn. Dat betekent dat ieder midden van een gridcel altijd even ver verwijderd is van het midden van een andere gridcel. Hierdoor is de verspreiding van een stof beter in beeld te brengen. Onderstaande figuur illustreert de doorwerking van de emissies uit een puntbron bij een vierkant en bij een hexagonaal grid.
- De hexagoon is de geometrische vorm die het dichtst een cirkel benadert en toch nog een sluitend grid kan vormen. Daardoor is er een betere verhouding tussen rand en oppervlak en dus een betere overgang tussen verschillende gridcellen.
- Het gebruik van een hexagonaal grid sluit beter aan bij de natuurlijke omgeving en ontwikkelingen daarin die binnen het natuurdossier belangrijk zijn, zoals vegetatie en dierenpopulaties.
De mogelijkheden die een hexagonaal grid biedt voor visualisatie vormen een ander voordeel. AERIUS visualiseert de resultaten op verschillende zoomlevels. Met een hexagonaal grid is dit zondermeer mogelijk, omdat het centrumpunt voor ieder zoomlevel hetzelfde blijft. Dit is hieronder uitgelegd.
Hoe werkt het weergeven van de rekenresultaten bij inzoomen en uitzoomen?
Bij het inzoomen en uitzoomen bij hexagonen is altijd de depositiewaarde behorende bij het midden van de hexagoon zichtbaar. Anders gezegd, ieder hexagoon toont altijd de depositiewaarde die hoort bij het rekenpunt dat in het midden van de betreffende hexagoon ligt. Als je dus vanuit een hexagoon van 1 hectare uitzoomt en het betreffende hectare-hexagoon blijft in het midden liggen, dan blijft de getoonde depositiewaarde bij het uitzoomen gelijk. Zodra echter een ander hectare-hexagoon in het middelpunt van het uitgezoomde hexagoon ligt, wordt die betreffende depositiewaarde getoond.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Lijnbron omzetten naar puntbronnen
In het kort
Naast punt- en oppervlaktebronnen kan een gebruiker in AERIUS een lijnbron invoeren. De rekenkern van AERIUS (OPS) beschouwt een lijnbron als een verzameling puntbronnen. AERIUS zet de lijnbron daarom om naar puntbronnen die elk een deel van de emissie representeren.
Hoe zet AERIUS de lijnbron om naar puntbronnen?
Om tot een verzameling puntbronnen op de lijn te komen, volgt AERIUS de volgende stappen:
- Lijn opdelen in aantal segmenten met gelijk lengtes
- Puntbronnen lokaliseren
1. Lijn opdelen in aantal segmenten met gelijke lengtes
AERIUS verdeelt een lijnbron met een specifieke lengte (Ll) in een aantal gelijke segmenten (Nl) met een maximale lengte per segment (LMAX). Deze maximale lengte is 2 meter voor lijnbronnen die betrekking hebben op wegverkeer, en 25 meter voor overige lijnbronnen.
Het streven is om het aantal segmenten zo klein mogelijk te houden door de maximale lengte zo dicht mogelijk te benaderen. Hiertoe berekent AERIUS eerst het aantal segmenten (gebroken getal) door de lengte van de lijn (Ll) te delen door de maximale segmentlengte (LMAX) . De berekende waarde wordt vervolgens naar boven afgerond. Vervolgens kan AERIUS de nieuwe segmentlengte berekenen door de totale lijnlengte te delen door het afgeronde aantal segmenten.
Rekenvoorbeeld
\[
N_{l,\ ab}=\left\lceil{}\frac{L_l}{L_{MAX}}\right\rceil{}
\]
\[
L_{l,s}=\frac{L_l}{N_l}
\]
Nl,ab = Aantal segmenten van lijnbron l, naar boven afgerond naar een geheel getal
Ll = Lengte van lijnbron l
LMAX= Maximale lengte van een segment
Ll,s =Lengte van een segment op lijnstuk l
Nl,ab = 5
Ll = 110
LMAX= 25
Ll,s = 22
In bovenstaande voorbeelden is de lijn recht. Voor gebogen lijnen (polylines) is de wijze van opdeling hetzelfde, uitgaande van de lengte van de lijn.
2. Puntbronnen lokaliseren
Tenslotte plaatst AERIUS de puntbronnen op het midden van elk segment.
Gerelateerde factsheets
Factsheet
Oppervlaktebron omzetten naar deelbronnen
In het kort
Naast punt- en lijnvormige bronnen kan een gebruiker in AERIUS een oppervlaktebron invoeren. Het OPS rekenmodel, dat in AERIUS wordt toegepast, kan een oppervlaktebron alleen doorrekenen wanneer deze de vorm van een cirkel of een vierkant heeft. AERIUS deelt een complexe oppervlaktebron op in meerdere vierkante deeloppervlaktebronnen die elk een deel van de emissie representeren. Om de middelpunten van deze deelbronnen te lokaliseren, wordt een complexe bron eerst verrasterd.
Hoe verdeelt AERIUS een complexe oppervlaktebron in deeloppervlaktebronnen?
De stappen die AERIUS volgt om te komen van een complexe oppervlaktebron tot een verzameling deeloppervlaktebronnen zijn:
- vlak verrasteren en middelpunten van deeloppervlaktebronnen lokaliseren
- overlap factoren toekennen
- totale emissie verdelen
1. Vlak verrasteren en middelpunten lokaliseren
Van het complexe oppervlak (groen in onderstaande Figuur) bepaalt AERIUS eerst het middelpunt. AERIUS legt hier vervolgens een raster van vierkanten van 100m overheen (blauw), zodat het gehele complexe oppervlak verdeeld is in deelvlakken. AERIUS kent hierna aan elke rastercel een middelpunt van een nieuwe deeloppervlaktebron toe. Het middelpunt van de nieuwe deeloppervlaktebron valt samen met het zwaartepunt van het deelvlak (van de complexe bron) binnen de rastercel.
2. Overlap factoren toekennen
Per rastercel (blauw) berekent AERIUS de mate van overlap tussen het deelvlak (groen) en de rastercel. Iedere nieuwe deelbron krijgt zo een factor tussen 0 en 1 toebedeeld, die de mate van overlap weergeeft. Door de som van de overlap factoren te normaliseren op 1 wordt vervolgens per nieuwe deelbron een weegfactor verkregen.
3. Totale emissie verdelen
Als laatste verdeelt AERIUS de totale bronemissie. De hoeveelheid emissie per nieuwe deelbron wordt berekend uit het product van de weegfactor en de totale emissie. In onderstaande figuur is het resultaat weergegeven. De kleur van de stippen geeft de hoeveelheid emissie per nieuwe deelbron weer. Hoe donkerder de kleur, hoe meer emissie is toegekend.