IMAER - Generieke Emissiebronnen
In het kort
Deze handreiking generieke emissiebronnen is een toelichting op het IMAER informatiemodel voor generieke emissiebronnen. Generieke emissiebronnen zijn bronnen waar geen sector-specifieke rekenmethodes worden gebruikt. Hiervoor wordt de klasse EmissionSource gebruikt. Voor de emissiebronnen in deze klasse worden de emissie en kenmerken direct in de GML opgegeven. De ingevoerde waarden worden in Calculator gebruikt voor de berekeningen.
Per sector is het ook mogelijk om emissies te laten berekenen door Calculator op basis van sector specifieke kenmerken. Zie hiervoor de handreiking per sector in de aparte factsheets. De metadata wordt in een eigen factsheet beschreven.
IMAER
Het volledige informatiemodel AERIUS (IMAER) is beschreven in aparte factsheets. Een beknopt overzicht vind je in de factsheet Handreiking IMAER – In het kort.
EmissionSource
De klasse EmissionSource beschrijft een generiek emissiebron inclusief geometrie.
‘Platgeslagen’ tabellen
In tabel IMAER handreiking tabellen (werkblad EmissionSource) zijn de attributen benoemd, de waarden aangegeven die deze attributen moeten bevatten en is aangegeven of het gebruik van het attribuut verplicht is en of het attribuut meerdere malen gebruikt mag worden. Hieronder is per attribuut een nadere omschrijving gegeven.
Beschrijving attributen
- sectorId: unieke code van de sector waartoe de emissiebron behoord, conform Domeinlijst waarden uit de domeinlijst IMAER_sectors. Zie ook factsheet ‘AERIUS sectoren en sector ID in GML’.
- gml:id: unieke identificatiecode waartoe deze emissiebron toebehoord. Moet gelijk zijn aan NEN3610ID:localid. Een ID dient te voldoen aan een aantal regels. Samengevat: uniek in het document en een valide NCName: start met letter of underscore, en alleen bevattend letters, cijfers, underscores, koppelstreepjes, punten.
- identifier: Unieke identificatie van de emissiebron binnen het domein van NEN 3610
- NEN3610ID: De combinatie van 'namespace' van een registratie, lokale identificatie en versie informatie maken een object uniek identificeerbaar. Met de informatie van deze klasse kan daardoor met zekerheid worden verwezen naar het geïdentificeerde object.
- localid: Unieke identificatiecode binnen een registratie. Bij een GML export uit AERIUS wordt localid door AERIUS bepaald. En bestaat dan uit een code van twee letters gevolgd door een ( .) en een cijfer. De code bestaat dan uit ES (Emission Source) of CP (Calculation Point).
- namespace: Unieke verwijzing naar een registratie van objecten. Bij een GML export wordt de namespace door AERIUS bepaald: „NL.IMAER‟
- versionId: Versie-aanduiding van een object. versionId maakt geen deel uit van de identificatie van het object maar kan worden gebruikt om verschillende versies van hetzelfde object te identificeren. Calculator ansich gebruikt versionId niet.
- NEN3610ID: De combinatie van 'namespace' van een registratie, lokale identificatie en versie informatie maken een object uniek identificeerbaar. Met de informatie van deze klasse kan daardoor met zekerheid worden verwezen naar het geïdentificeerde object.
- label: Naamgeving van de bron. Geef een specifieke naam op voor de bron (geen verplichting), zodat uw bron herkenbaar blijft.
- emissionSourceCharacteristics: Beschrijft kenmerken van een emissiebron
- emissionheight: Gemiddelde uitstoothoogte van de emissiebron in meters.
- heatContent: Warmte-inhoud van de emissiebron in Megawatt.
- spread: Spreiding in de emissiehoogte van de emissiebron in meters. Alleen te gebruiken bij bronnen met een hoogte.
- buildingHeight: Gemiddelde gebouwhoogte van de emissiebron in meters . Op dit moment gebruikt AERIUS dit attribuut NIET in zijn berekeningen.
- diurnalVariation: Temporele variatie van de emissie van de bron, conform enumeration EmissionDiurnalVariation.
Voor emissionheight, heatcontent, spread, en diurnalVariation zijn in Calculator standaardwaarden per sector opgenomen. Deze worden standaard door Calculator gebruikt als in de GML geen specifieke waarden worden opgenomen. De ingevulde sectorId bepaald de defaultwaarden. Zijn in de GML wel waarden ingevuld, worden deze ingevulde waarden door Calculator gebruikt i.p.v. de standaardwaarden.
- geometry; Dit datatype maakt een keuze mogelijk uit verschillende soorten geometrieën die een emissiebron kan aannemen. Keuze is uit punten, lijnen, en vlakken
- GM_Curve: NEN 3610 lijn.
- GM_Point: NEN 3610 punt.
- GM_Surface: NEN 3610 vlak.
- emission (alleen verplicht bij de klasse EmissionSource):
- Emission
- value: emissiewaarde per stof in kg/ jaar. Calculator rekent met de hier opgegeven waarde. Let op. Bij sectorspecifieke klassen ( bijv. PlanEmissionSource) wordt de emissiewaarde door Calculator berekend en toegekend.
- substance: de emissiestof. Kies uit de enumeration Substance.
- Emission
Voorbeeld GML:
Download voorbeeld GML voor EmissionSoucre.